Schriftlezing: Johannes 19:23-30

Geliefde gemeente. Wat houdt een moeder zoveel van haar zoon of dochter. Welke moeder kan er tegen als zij ziet dat haar zoon of dochter zoveel moet lijden? ‘Zou ik maar zijn ziekte, pijn kunnen overnemen. Zou ik maar zijn plaats kunnen vervangen. Zou ik maar kunnen sterven in ruil voor hem.’ Die woorden zullen we misschien horen van een moeder die kijkt naar de pijn, het lijden of sterfbed van haar kind.

Moeder Maria is gebroken. 33 jaar geleden, toen Maria en Jozef met hun baby Jezus in de tempel kwamen, hoorden ze de woorden van de oude man, Simeon. ‘Maria,’ zei Simeon, ‘op een dag zal er door uw ziel een zwaard gaan.’ (Lucas 2:35). Deze woorden komen nu in vervulling.

Daar hangt Jezus aan het kruis te sterven, haar Zoon. Ongetwijfeld is dit voor haar het zwaarste moment uit haar hele leven. Ze staat daar en ze kijkt, hoe Jezus worstelt met de pijn, hoe Hij snakt naar adem, hoe Hij kreunt en krimpt van de intense pijnscheuten die door Zijn lichaam trekken. Jezus, de Zoon van God, en hier op aarde: haar Zoon.

Maria is daar samen met nog drie vrouwen: Maria van Magdala, Maria de vrouw van Klopas en de zus van Maria. Wie is die zus van moeder Maria? Als wij kijken naar andere evangelien, vinden we enkele aanwijzingen over haar. Matteüs zegt dat zij de vrouw is van Zebedeüs, de moeder van Johannes en Jakobus. Marcus zegt: zij is Salome. Als het in die drie evangelien (Matteüs, Marcus, Johannes) gaat over dezelfde vrouw, en dat is wel waarschijnlijk, dan staat naast Maria haar zus Salome, vrouw van Zebedeüs en moeder van Jakobus en Johannes. Johannes, de discipel van Jezus, die ook het Evangelie naar Johannes heeft geschreven. Als dat inderdaad klopt, dan was Jezus dus een neef van Johannes. 

Terwijl ze daar staan, die vier vrouwen, en Johannes, terwijl ze daar staan en ze kijken naar dat helse schouwspel, kijkt Jezus opeens Zijn moeder aan. Met inspanning van al Zijn krachten perst Hij er een paar woorden uit (de derde van ‘zeven kruiswoorden’): ‘Vrouw, dat (Johannes) is uw zoon!’. En dan kijkt Hij naar Johannes, en zegt: ‘Dat is je moeder!’ ‘Kijk maar Johannes! Maria is voortaan jouw moeder!’

Waarom doet Jezus dat? Wat gebeurt hier, op die heuvel Golgotha? Hier is een Zoon, die bijna sterft, maar voordat Hij heengaat, zorgdraagt voor het welzijn van Zijn moeder. Jezus is de oudste Zoon van Maria, en ook al is Hij de Messias, Hij onttrekt Zich niet aan die verantwoordelijkheid. Nee, juist als Messias is Hij degene die Gods wet ten volle vervult, ook dat vijfde gebod: ‘Eer uw vader en uw moeder.’ Hij is zorgzaam tot het einde, tot het bittere einde. Want dáárvoor hangt Hij juist aan het kruis! Om te zorgen voor mensen. Om mensen het leven te geven! Om mensen te redden van hun zonden!

Weet u nog hoe dat vijfde gebod verder gaat? ‘Eer uw vader en uw moeder, opdat uw dagen verlengd worden in het land dat de HEER, uw God, u geeft.’ Jezus’ dagen worden niet verlengd, maar Hij eert Zijn moeder, opdat haar dagen verlengd worden. Hij hangt aan het kruis, opdat onze dagen verlengd worden. Hij is één en al liefde, liefde die gaat tot het uiterste, één en al zorg, zorg die gaat tot het uiterste, en daarom laat Hij Zijn moeder niet achter zonder zorg. (Jozef is waarschijnlijk al gestorven en Maria leeft al lang als weduwe). Nee, Hij wijst iemand aan, die de zorg voor haar zal overnemen. U denkt misschien: ‘Jozef en Maria hadden toch samen ook nog zonen? Maria had toch nog meer kinderen? Waar zijn die in dit plaatje?’ Ja, dat is nou juist het pijnlijke. Die zonen van Jozef en Maria, die laten het hier afweten. Zij geloven niet in Jezus. Nog niet. (Later wel. Zo weten we dat  Judas, de broer van Jezus tot het geloof komt. Zijn brief aan de gemeente vinden we in onze Bijbel). Nog niet lang geleden hebben de broers van Jezus Hem bespot. (Johannes 7:3-5).

Hier hangt Jezus, aan het kruis, en daar staat Zijn moeder, maar de broers, die zijn pijnlijk afwezig. En vandaag de dag gebeurt ook hetzelfde, toch? Dat het geloof in Jezus een pijnlijke kloof geeft in families en gezinnen. In bepaalde landen worden mensen uitgestoten uit hun familie als ze christen worden en zich laten dopen. Die verhalen horen we ook nog in Indonesië. Ik ken een vrouw uit Indonesië die in Nederland christen is geworden en hier een gezin heeft gesticht. Haar familie in Indonesië wilde haar sindsdien niet meer kennen. Gelukkig na tientallen jaren is de situatie voor haar wel veranderd.

Dat de familie afstand neemt, omdat iemand een toegewijd christen wil zijn, kan ook hier in Nederland gebeuren. Dat doet pijn. En Jezus kent die pijn. Hij voelt Zelf die pijn, en Hij weet van de pijn die Zijn moeder voelt. Straks zal Hij sterven, en dan staat zij alleen. Daarom klinkt hier Zijn stem. Hij zorgt, tot het einde. ‘Dat is uw zoon!’ ‘En Johannes, kijk: Dat is je moeder!’.

Aan de andere kant, als het van ons afhangt, houdt dit concreet in: Actief zijn in de kerk betekent niet dat wij onze familie mogen verwaarlozen. Er moet een goede balans zijn tussen ‘tijd voor de kerk’ en ‘tijd voor je familie’. Familie is belangrijk. Zorg goed voor je familie, je gezin!

Jezus zorgt voor Zijn moeder. Als Hij er Zelf niet meer is, niet meer op deze aarde, zal een ander voor haar zorgen. En zo komt hier, aan de voet van het kruis, een nieuwe verbondenheid tot stand. Je zou kunnen zeggen: een nieuwe familierelatie. Maria’s eigen zonen laten het afweten. Johannes neemt hun plaats in. En ook al zou Johannes inderdaad haar neef zijn geweest, dan is dat niet het bepalende in hun contact. Het bepalende, dat is de verbondenheid in Jezus Christus, de band die ontstaan is, doordat ze allebei geloven in Hem. Jezus zorgt voor een nieuwe familieband, een nieuw gezin waarin wij  opgenomen mogen worden. Kan Johannes Jezus dan vervangen? Nee, dat kan niet. Johannes kan Jezus niet vervangen, maar hij kan wel Jezus liefde weerspiegelen. En dat geldt ook vandaag de dag.

De Here Jezus stierf om ervoor te zorgen, dat ieder van ons persoonlijk met God een band zou krijgen. Dat de zonde niet meer in de weg staat. Dat de liefde tussen God en ons zou groeien. Maar Jezus weet ook, dat we als mensen onderlinge verbondenheid nodig hebben. En daarom geeft Hij ons een familie, Hij geeft ons broers en zussen in het geloof, Hij brengt ons samen als één gemeente, Hij plaatst mensen op onze weg, met wie we sámen Hem kunnen dienen. Straks mogen we het Heilig Avondmaal vieren, en dan mogen we dat zichtbaar beleven: we zijn één. Wij eten van hetzelfde brood en drinken van dezelfde wijn. Een gemeente kan nooit als los zand aan elkaar hangen. Wij horen bij elkaar als één lichaam van Christus! 

Nog een ontroerend detail. In onze vertaling staat: ‘Vanaf dat moment nam die leerling haar bij zich in huis.’ Dat zal ook wel bedoeld zijn. Maar in de oorspronkelijke tekst staat er eigenlijk: ‘Vanaf dat uur nam de discipel haar op in het zijne,’ oftewel: ‘hij nam haar op in zijn leefwereld’. Maria kreeg niet maar een kamertje ergens achter in huis en genoeg geld voor levensonderhoud. Nee, niet alleen het huis van Johannes stond open, ook het hart van Johannes stond open. Hij deelt zijn leven met haar. En dat is ook vandaag de dag gemeente zijn: met elkaar delen, een ander toelaten in je eigen wereld.

Aan de voet van het kruis ontstaat een nieuwe familieband. Hij bindt ons samen. En met die familieband is nog iets belangrijks aan de hand. Let u goed op wat Jezus zegt. Hij wil dat Johannes de zorg voor Maria op zich neemt. Maar Hij zegt niet alleen: ‘Johannes, kijk: je moeder!’ Nee, Jezus zegt iets tegen hen allebei! Tegen Maria zegt Jezus: ‘Hij is nu uw zoon’. Johannes zal voor Maria gaan zorgen, maar Maria zal ook voor Johannes gaan zorgen. Johannes biedt Maria onderdak, maar Maria zal ongetwijfeld Johannes laten delen in haar wijsheid en haar geloof. In die nieuwe familieband is er geen hogere of lagere status. In die familieband die Jezus schept, is er zorg voor elkáár.

De avond daarvoor, op Witte Donderdag, maakten de discipelen ruzie over de vraag, wie het belangrijkste was. Toen stond Jezus op, en pakte een schaal water en een doek, en Hij waste de voeten van Zijn discipelen. Hij zei: ‘Ik heb jullie een voorbeeld gegeven. Dien dan elkaar door de liefde!’ In de gemeente van Christus is geen hogere of lagere status, maar wij allemaal mogen er zijn voor elkaar, ieder met onze eigen gaven en beperkingen. We hebben elkaar nodig en kunnen voor elkaar betekenen. Iemand die hulp ontvangt, kan ook zelf gever zijn. Ik geef u een voorbeeld. Er zijn mensen van onze gemeente die met regelmaat hulpbehoevende bejaarden bezoeken. Ze vertellen mij dat ze juist door de ouderen te bezoeken, kracht en vreugde ontvangen. Niet alleen dat ze troosten, maar dat ze juist getroost worden. De ontvanger kan inderdaad ook de gever zijn. Zo delen we met elkaar in de geestelijke rijkdom. Door Jezus Christus zijn we familie geworden.

Geliefde gemeente, deze tekst, over Jezus’ zorg voor Zijn moeder, geeft ons een blik diep in het hart van de Verlosser. Terwijl Hij Zelf bezig is met Zijn doodsstrijd, is Hij nog aan het zorgen, aan het geven. Juist aan het kruis laat Hij Zijn onvoorstelbare liefde zien. Door die liefde mogen we leven van Zijn genade! Laten we op deze Goede Vrijdag onze ogen richten naar het kruis van Golgotha. Zie Jezus daar opgehangen voor u, jou, en mij. Geloof in Hem! Aanvaard Hem! Leef in dankbaarheid, want Hij zorgt voor ons tot het uiterste. Zelfs later na Zijn opstanding, voordat Hij naar hemel ging, zei Hij: ‘Ik ben met jullie, alle dagen, tot aan de voltooiing van deze wereld.”.

‘Dat is uw zoon! Dat is je moeder!’ Als Jezus de zorg voor Zijn moeder aan Johannes toevertrouwde, is dit de vraag voor ons vandaag: ‘Wie vertrouwt Jezus toe aan u hier en nu?’ Zorg goed voor diegene die aan u is toevertrouwd!

Amen.