Matteüs 28:11-20

Geliefde gemeente. Het coronavirus resulteerde niet alleen in een wereldwijde ‘pandemie’ maar ook in een zogenoemde ‘infodemie’. Op het internet was een overload aan informatie en nieuws te vinden, maar ook aan nepnieuws en complottheorieën. Dergelijke berichten kunnen bijdragen aan het verscherpen van tegenstellingen en het vergroten van ongewenste polarisatie. Sommige mensen weten niet altijd nepnieuws te herkennen en lijken gevoelig voor complottheorieën. Nu de corona onder controle is, neemt het nepnieuws rondom corona ook af.

Nepnieuws kent verschillende vormen en ook de doelen ervan zijn divers. Nepnieuws kan heel onschuldig zijn, zoals een 1-april-grap. Maar het kan ook heel gevaarlijk worden. Zo heb je nepnieuws die (verborgen) extreme of extremistische boodschappen bevatten, met als doel om bijvoorbeeld (jongeren) te radicaliseren. Er is ook nepnieuws ten behoeve van politiek gewin, zoals ten tijde van de verkiezingen (bijv. presidentsverkiezing in America of in Indonesië). Bij de oorlog in Oekraïne nu wordt er ook veel nepniews verspreid uit Rusland. Veel voorkomende nepnieuwsberichten kennen bovendien het concept false framing: berichten zijn zo aangepast dat de conclusies totaal anders zijn dan de originele bron. Nepnieuws wordt niet alleen verspreid via tekst, ook op sociale media wordt nepnieuws steeds meer gedeeld via afbeeldingen en video’s. Op grote schaal spelen tenslotte complot- of samenzweringstheorieën, die je als het ware kunt zien als de overtreffende trap van nepnieuws.

Eigenlijk is het van alle tijden: er wordt goed nieuws verspreid en nepnieuws, gevaarlijk nieuws en reddend nieuws, leugens en waarheid.

Wij lezen vandaag over nepnieuws van 2000 jaar geleden. Matteüs 28:12-13: ‘De hogepriesters vergaderden met de oudsten en besloten de soldaten een flinke som geld te geven en hun op te dragen: ‘Zeg maar: “Zijn leerlingen zijn ’s nachts gekomen en hebben Hem heimelijk weggehaald terwijl wij sliepen.’  ‘En’, schrijft Matteüs erbij, ‘En tot op de dag van vandaag doet dit verhaal onder de Joden de ronde.’ Dat is een schrijnende zin. Het nepnieuws heeft gehoor gevonden, tot de dag van vandaag. En niet alleen onder Joden, maar overal!

Er zijn mensen die bijvoorbeeld Jezus eren als een groot profeet, maar ze geloven niet dat Jezus aan het kruis is gestorven, en dus ook niet dat Hij is opgestaan. En daarmee wordt precies het hart uit het Evangelie gesneden, het hart uit het goede nieuws: dat Jezus gestorven is voor ónze zonden, en dat door Zijn opstanding ook wij een nieuw leven krijgen! 

Er zijn ook mensen om ons heen die Jezus zien als een belangrijke historische figuur. Een groot leraar! En natuurlijk: gestorven aan een kruis. Maar opgestaan uit de dood? Nee, dat is een mythe. Dat hebben Zijn volgelingen ervan gemaakt: Paulus, en later keizer Constantijn. U moet maar eens opletten: die twee namen komen altijd weer terug, dat zijn de ‘boosdoeners’: Paulus en keizer Constantijn, die hebben Jezus op een soort goddelijk voetstuk geplaatst, met het verhaal over de opstanding, en zo wilde keizer Constantijn zijn eigen macht vergroten. Maar laat je niks wijsmaken! Het is allemaal nepnieuws. Eén grote leugen! 

Triest maar waar…  Dit nepnieuws, waar die soldaten mee begonnen zijn, gaat nog altijd rond. En het houdt mensen weg bij Jezus, bij de levende Christus! Het houdt mensen weg bij de redding door het kruis, de verlossing van zonden. En daarom is het gevaarlijk nepnieuws! Uiteindelijk zit daar iemand achter, en je voelt wel aan wie dat is: het is de tegenstander, de boze, de duivel, die alles uit de kast trekt om mensen bij Jezus weg te houden. Gevaarlijk nepnieuws. Niet voor niets is dit het slotakkoord van het Matteüs-evangelie. Heel bewust zet Matteüs ze naast elkaar: de leugen en de waarheid. De soldaten brengen een leugen de wereld in, en de discipelen van Jezus krijgen de opdracht om de waarheid de wereld in te brengen. Nepnieuws en goed nieuws!

Dat goede nieuwsbegint in Jeruzalem, bij het lege graf. Van Jeruzalem gaat het verder. Na de opstanding van Jezus komen de vrouwen, de eerste getuigen van de opstanding, Jezus Zélf tegen. En wat zegt Jezus? ‘Wees niet bang. Ga mijn broeders vertellen dat ze naar Galilea moeten gaan, daar zullen ze Mij zien.’ (vers 10). Galilea, in het noorden, dat is minstens drie dagen lopen! Dáár moeten de discipelen naar toe, naar Galilea, waar ze ook zelf vandaan komen.

Er ligt dus héél veel nadruk op: ‘Jullie moeten naar Galilea! Dáár zal Ik jullie ontmoeten.’ En dat is wat hier gebeurt in vers 16 : ‘De elf leerlingen gingen naar Galilea, naar de berg die Jezus hun had genoemd.’ Het gaat waarschijnlijk om dezelfde berg waar Jezus de Bergrede heeft uitgesproken (Matteüs 5-7). Zoals Mozes de wet kreeg op de berg Sinaï, zo heeft Jezus de grondwet van het Nieuwe Verbond gegeven op déze berg, de Berg van de Zaligsprekingen, de berg van de Bergrede. En juist daar, op de berg waar Jezus Zelf onderwijs gegeven heeft, juist daar zegt Hij: ‘Nu moeten jullie de wereld in, en nu moeten jullie dat onderwijs verder brengen!’ Vers 19-20: ‘Ga dus op weg en maak alle volken tot Mijn leerlingen, door hen te dopen in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest, en hun te leren dat ze zich moeten houden aan alles wat Ik jullie opgedragen heb.’

Galilea werd door de Joodse leiders in Jeruzalem veracht (Vgl. Jesaja 8:23). Daar kon niets goeds vandaan komen. Maar juist daar roept Jezus Zijn leerlingen naartoe, naar dit gebied! Dat is heel bewust! Want Jezus is gekomen om licht te brengen waar duisternis is. Hier, in Galilea, begint de wereldzending! Dit is de springplank voor het Evangelie, dat de hele aarde over zal gaan. Het is alsof Jezus Zijn leerlingen uitgeleide doet, vanuit Jeruzalem de wereld in, en in Galilea zegt: ‘Zo, en nu moeten jullie zelf verder!’ Het Evangelie moet verder! ‘Ga dan heen…’ Overal waar de goede boodschap niet wordt gebracht, daar heeft het nepnieuws vrij spel. En nepnieuws is gevaarlijk! 

Voordat Jezus terug gaat naar de hemel, geeft Hij ons het zendingsbevel in het slotstuk van Matteüs: ‘Ga dus op weg en maak alle volken tot Mijn leerlingen…’. Dit wordt ook vaak genoemd: De grote opdracht van de Here Jezus. Jezus heeft Zijn reddingswerk op aarde volbracht door Zijn sterven en opstanding. Dat is de kern van het Evangelie, het Goede Nieuws. Maar het goede nieuws moet verspreid worden.

Het is net als met donker en licht: waar het licht ontbreekt, is het automatisch donker. Het licht van Jezus straalt. Het licht moet verder. Het licht moet weerkaatst worden. Het goede nieuws moet verder, via u, jou, en mij! Ga dus op weg en maak alle volken tot mijn leerlingen.

Ga dus op weg… Kom uit je comfort zone, en ga op pad. ‘Ga over je eigen grens! Stap over je eigen schaduw!’ Laten we niet alleen gezellig met z'n allen blijven zitten binnen de veilige muren van de kerk, maar er op uit, deze wereld in. Wij zijn geroepen als vissers van mensen en niet als aquariumhouders.

Hoe reageren we op de Grote Opdracht van de Here Jezus? Vele christenen worstelen hiermee. De grote opdracht? Ja, ja, nou ja, maar ik eh, ja, weet je, ik kan dat niet zo goed, en ik durf het eigenlijk ook niet; en dan weet ik niet wat en hoe ik moet zeggen, en dan ga ik gelijk stotteren enzo - nee, dat is toch niks hoor; dat moeten andere mensen maar doen; dat kan ik niet. Laat maar de zendelingen dat doen. Laat maar mensen met een theologische achtergrond dat doen. Laat maar de landelijke KDM (Commissie diaconie marturia) het doen.

De leerlingen van Jezus waren echter ook geen dappere mensen. Ze hadden allerlei tekortkomingen net als wij. Enkelen twijfelden nog in vers 17.

Maar geliefde broeders en zusters, weet dat het zendingsbevel, de Grote Opdracht niet op zichzelf staat. Jezus geeft ons niet alleen een opdracht. Zoiets als: ‘Dit is jullie opdracht. Success ermee!’ En wij kijken dan verbaasd hoe moeilijk, hoe zwaar de opdracht is. Nee, de opdracht staat ingeklemd tussen twee machtige woorden van de Here Jezus. Wij worden als het ware omringd van links en rechts, van voren en van achter, van boven en van onderen. ‘Mij is alle macht gegeven in de hemel en op de aarde.’ (Wij worden omringd door de autoriteit van Jezus, Koning van alle koningen). Dat is het eerste. En het tweede: ‘Ik ben met jullie, alle dagen, tot aan de voltooiing van deze wereld.’ (Wij worden omringd door de belofte van Jezus).

Vandaag worden we eraan herinnerd om geen ruimte te geven aan nepnieuws. Besteed daarom geen tijd om roddels (nepnieuws over anderen) te horen of sterker nog te verspreiden. Overwin nepnieuws door het goede nieuws te verspreiden!

Besteed tijd om te delen over het geloof. Durf met anderen te praten over het geloof. Bid dat mensen om u heen tot geloof in Jezus Christus komen. Begin bij uw familie en vrienden. Nodigt iemand een keertje uit naar de kerk.

Over nepnieuws gesproken, er zijn twee veel voorkomende: 1. Dat je jezelf kan redden zonder God, 2. Dat je leeft voor jezelf (ikke, ikke en de rest kan stikke). Deze twee soorten nepnieuws moeten wij overwinnen met het Evangelie, het goede nieuws van Jezus.

Het Evangelie leert ons anders. Het Evangelie leert ons: JOY (Jesus, Others, Yourself).

Je kan jezelf niet redden. Je hebt Jezus nodig. Je hebt Gods genade nodig. (Jesus).

Je leeft niet voor jezelf. Jezus wil dat wij anderen dienen, dat ons leven tot zegen mag zijn voor anderen. (Others).

Dan pas .... jezelf (Yourself)

Geliefde gemeente. Te midden van veel nepnieuws die rondgaat in deze wereld, zijn wij, net als de leerlingen toentertijd, geroepen door de Here Jezus om Zijn goede nieuws te verspreiden. Overwin nepnieuws door het goede nieuws te verspreiden! Weet dat wij in deze roeping omringd worden door de autoriteit en de belofte van onze Heer en Koning Jezus Christus. ‘Mij is alle macht gegeven in de hemel en op de aarde.’ En: ‘Ik ben met jullie, alle dagen, tot aan de voltooiing van deze wereld.

Amen.