Exodus 15:22-27

Geliefde broeders en zusters van onze Heer Jezus Christus,

1. We leven in een gewonde wereld en een gewonde samenleving. Een wereld vol lijden, angst, onzekerheid. Een samenleving dat snakt naar herstel. Denk maar aan de wonden van de wereld, pandemie Covid-19 vanaf vorig jaar, fanatisme religie, oorlogen, natuurrampen, ziektes, relatie die kapot zijn gegaan.  Denk ook aan je eigen verwondingen.

Op de vraag wat is de bedoeling van deze pandemie, kan ik zeggen dat God op dit moment bezig is met de wereld, de mens en de natuur zodat het terug gaat naar de oorspronkelijke betekenis. Schone lucht, verbeteren van de relatie met elkaar, het besef wat er werkelijk om gaat in het leven, in de relatie met God en met de medemens. God is bezig met het helende proces.

Het woord helend betekent terug naar de oorspronkelijke vorm of terug naar de betekenis waarvoor wij gemaakt zijn. Dus niet zo maar vernieuwd, maar anders in denken door verandering in de geest zodat wij onze wil, onze gevoelens, ons doel in het leven overeen komt met Zijn wil en Zijn leiding. Hier is duidelijk dat God de mensen wil helen, niet van de buitenkant. Het doel van Christus in deze wereld is om de mens zelf te helen, geestelijk, zijn geest..

2. Broeders en zusters van Christus,

In onze lezing van vandaag lezen we dat het volk Israël verder trekt door de woestijn na dat God hen heeft bevrijdt uit het Egyptische slavenhuis en geleid door de Rietzee. Ze zijn drie dagen onderweg, of ze krijgen dorst. Ze kunnen in de woestijn geen water vinden. En dan komen ze in Mara aan. Maar het water van Mara konden ze niet drinken, zo bitter was het, vandaar ook dat die plaats Mara heet (vers 23). Het Hebreeuwse woord mara betekent bitter. Het is dezelfde naam waarmee Naomi in het boekje Ruth genoemd wil worden als zij als weduwe en beroofd van haar twee zonen terugkeert in haar geboorteland. Als Naomi, de liefelijke, ging zij heen; als Mara, de bittere, keert ze terug. Noem me niet Naomi, noem me Mara, want de Ontzagwekkende heeft mijn lot zeer bitter gemaakt (Ruth 1: 20).

Bitterheid is erger dan verdriet.

Bij verdriet staat ons hart nog open: voor troost, voor medeleven, goede raad, voor een andere kijk op het leven, voor nieuwe vreugde. Bij bitterheid, bij een verbitterde levenshouding, zit je hart dicht, sta je nergens meer voor open: niet voor troost, niet voor goede raad, niet voor een andere visie, zelfs niet voor vreugde. Het dorstige Israël komt in Mara aan, maar het water van Mara konden ze niet drinken, zo bitter was het. Het volk begint te klagen.

Mopperen, klagen zijn typisch woestijnwoorden. In de woestijn ga je, als het leven zwaar wordt, mopperen. Hoe lang nog? Dit houden we toch niet vol! Dit is toch geen leven! Wat moeten we nou drinken? klagen de Israëlieten. Mozes riep de Heer aan en de Heer wees hem op een stuk hout. Toen hij dat in het water gooide, werd het zoet. Er worden allerlei rationele verklaringen gezocht voor zo’n bijbels wonder.

Een joods commentaar (Casuto) suggereert dat het water zout was, en dat het gaat om een houtsoort die zout absorbeert. Een ander suggereert dat dat stuk hout een tak was of een kruid met een bijzondere werking, waardoor de bittere smaak verdween. Allemaal pogingen om het verhaal rationeel te verklaren.

De vroeg-christelijke exegese zegt: dat stuk hout verwijst naar het kruis van Christus, die ons bittere leven zoet maakt. En er is ook een modern commentaar die zegt dat het wonder niet weg-verklaart, maar dat er wel op wijst dat dat stuk hout er al lag. Het lag er al! De oplossing voor het probleem lag al klaar. Mozes had alleen iemand nodig die hem erop wees het te gebruiken. Oplossingen liggen vaak vlakbij, alleen zien we ze vaak niet uit onszelf.

Het hout dat in het bittere water werd geworpen, maakte het water zoet. Zo werd het drinkbaar. Zo maakt ook de gedachte aan het lijden van Christus het bittere in ons leven zoet. Niets kan ons scheiden van de liefde van God, dat Hij heeft bewezen in de overgave van Zijn geliefde Zoon. En niets kan ons scheiden van de liefde van Christus, Hij heeft dat getoond in Zijn Zelfovergave op het kruishout. Inderdaad, de Here is onze Heiland, onze Heelmeester. Maar er was geen goedkope oplossing voor onze diepe nood, onze bittere ellende. Christus moest Mens worden en Zijn leven voor ons afleggen om ons het leven te kunnen geven.

3. Broeders en zusters,

We hebben de Heer, Zijn Woord en elkaar dus nodig, zoals de Heer in de woestijn wetten en regels gaf aan de Israëlieten en daarmee oefende Hij hen in vertrouwen. Want de Israëlieten waren slaven in Egypte. Ze hebben diepe wonden van generaties op generaties opgelopen. Ze moeten steeds weer (opnieuw) leren vertrouwen op de HEER. Ze moeten vertrouwen in de Heer hebben, dat de Heer hen zal genezen zoals Hij zelf zegt: Ik de HEER ben het die jullie geneest. Want Ik de HERE, ben uw Heelmeester (NBG 1951). Jahweh - Rophe: de HEER is Heelmeester. 

De Heer komt tot ons in Jezus Christus om ons te bevrijden en te helen van onze zonden, vloek enz. zodat wij geheeld zijn in zijn totaliteit. ‘Door Zijn striemen is ons genezing geworden’ (Jes. 53:5). In het genezen van zieken, leren we Hem als de Heelmeester van ons leven kennen (Luc. 4:18-19). Hij zegt: ‘Zij die gezond zijn hebben geen geneesheer nodig, zij die gewond zijn wel’ (Luc. 5:31). Leer Jezus Christus kennen, niet alleen als de Gekruisigde voor uw zonden, maar ook als de Genezer van uw wonden. Door Hem kunnen we op een nieuwe, hoopvolle weg worden gezet, ook al zal Hij niet alle omstandigheden wegnemen waarmee we te maken hebben.

Waarom moeten we de HEER leren kennen als de HEER die ons geneest?  Omdat er in onze levens allerlei wonden zijn opgetreden: pijnlijke herinneringen, onzekerheid, schuldgevoel, bitterheid en een geest van kritiek, angst, trauma’s, minderwaardigheidsgevoelens dat in het ouderlijkhuis lag. Zoals Ineke van Dok-Mak benadrukt in haar boek ‘Balsem in de wonden,’: ‘Wij dragen allen een huilend, niet gehoord, onbevestigd kind met ons mee. De grootte hiervan wordt bepaald door de mate van onvoorwaardelijke/voorwaardelijke liefde die werd ervaren in het oudergezin’

Bitterheid en opstandigheid lossen niets op. Ze maken ons alleen maar slaaf van die verschrikkelijke emoties. Ze verlammen en maken ons van binnenuit kapot, met alle lichamelijke kwalen die daarmee verband kunnen houden.

Door bitterheid en haat als schuld te belijden en in de stilte God te zoeken, kunnen we heling gaan ervaren. Claudia & Eberhard Mühlan zeggen: ‘Als je geen orde en genezing in je leven binnenlaat, zal het verleden je weer inhalen! Hetzelfde patroon komt telkens weer tevoorschijn: als je persoonlijkheid niet diepgaand verandert, heb je de neiging in situaties dat je gespannen bent of overbelast, onbewust zo te reageren als je het zelf in je kindertijd hebt gezien en meegemaakt. Daarom herhaalt de lijdensgeschiedenis zich van generatie tot generatie’.

Dat wil God allemaal genezen, zodat deze wonden niet langer ons leven beheersen en Jezus Heer van ons leven kan zijn. Hij wil kracht geven om pijn, onrecht en opstandigheid los te laten, als een bewuste keuze, om zodoende innerlijk meer vrij te worden. Daarvoor is nodig dat we onze wonden herkennen en erkennen én dat we de ogen van ons hart vol verwachting richten op Jezus, onze gewonde Heelmeester.

4. Broeders en zusters,

De Here is onze Heelmeester en daarom eindigt onze lezing niet in Mara. Mara is alleen een doorgangsplaats, Mara zal daar niet blijven. Het loopt niet vast in de bitterheid van die plaats. Immers dit bittere heeft God met Pasen zoet gemaakt! Mara wordt achtergelaten, gepasseerd en dan komen de kinderen Israëls in ELIM met  twaalf waterbronnen, voor elk van de stammen van Israël één en niets horen we meer over bitterheid. Het geheim daarvan ligt besloten in die naam Elim, die betekent: God, 'EL', is in ons midden. Beide plaatsen, Mara en Elim hebben iets met God te maken. En iets met jou als kind van God.

Laten we niet stoppen in het verleden, in de pijn, in bitterheid. Aanbid God in elke omstandigheid en daar zullen we zien hoe dat bittere water zoet wordt. Je denkt misschien dat God het heeft uitgesteld, maar God komt nooit te laat, komt altijd op het perfecte moment. Zoals in Mara ligt de oplossing als klaar en we hebben alleen iemand nodig om ons verder te helpen.

Nu is het moment om geheeld te worden door de Heer. Jezus wil als Heiland ons helpen het verleden te verwerken. Jezus wil ons helpen om het moeilijke uit ons verleden te verwerken, inclusief de pijn ervan. En Hij wil ons meer vrij maken. Vrij van schuld, van bindingen, van haat, van negatieve gedragingen die we ons eigen maakten, van gevoelens van uitzichtloosheid en bitterheid. En Hij wil ons vele zegeningen schenken als in Elim, zodat we onze ogen openen voor Zijn heerlijkheid en glorie, voor het licht dat Hij wil laten schijnen op situaties die veranderen kunnen en die van belang zijn voor ons leven nu, en de toekomst.

Amen.

 

Verdiepingsvragen:

  1. Heb je heling nodig? Geloof je dat God je zal helen?
  2. Wie van u denkt dat hij/zij  geheeld is of in het proces zit? Deel je ervaring met elkaar
  3. Wat moet je allereerst doen om geheeld te worden?
  4. Wat is het doel van een helend proces?
  5. Wat is het resultaat als je geheeld wordt?