Genesis 49:1-2, 8-12; Openbaring 5:1-5

De eeuwen door is de leeuw beschouwd als koning van de jungle, van de dieren. Gevreesd. Ontzagwekkend. Wie kan er een leeuw verslaan? Wie durft hier tegen een leeuw? De leeuw regeert! Er zijn verschillende (kinder) films over de grootheid van een leeuw. Heel bijzonder vind ik ‘De kronieken van Narnia’. Narnia is een bekende Disney film, gebaseerd op de zevendelige fantasierijke kinderboekenserie van C.S. Lewis, een beroemde Engelse schrijver en christelijk apologeet. C.S. Lewis verbeeldt Jezus hier (zonder expliciet te zeggen) als de Leeuw die Aslan heet, die de dood en het kwaad overwint. Van harte aanbevolen! Dit beeld is volgens mij geïnspireerd uit onze schriftlezingen vandaag.

Laten we kijken naar onze eerste schriftlezing. Vader Jakob is oud geworden. Hij weet dat hij binnenkort zal gaan sterven. Jakob heeft eerder van God Zelf een andere naam gekregen: Israël. En deze oude Israël roept zijn twaalf zonen bij elkaar.

Deze twaalf zonen worden de stamvaders van de twaalf stammen van Israël. Jakob gaat ze zegenen, één voor één. Voor ieder van zijn zonen heeft hij een eigen zegenspreuk. Maar het zijn niet zomaar zegenspreuken. De zegeningen van Jakob zijn door God Zelf ingegeven, het zijn in feite profetieën, boodschappen van de HEER. Dat blijkt verderop in de Bijbel, als deze profetieën worden vervuld.

Jakob begint bij zijn oudste zoon, Ruben. Dan volgen Simeon en Levi. Maar het is heel opmerkelijk: pas de vierde zoon, Juda, wordt door Jakob getekend als degene die de leiding zal nemen.

Waarom is dat? Waarom zegt Jakob niet dat Ruben de belangrijkste zal zijn, als oudste? Nou, dat heeft te maken met de dingen die gebeurd zijn in het leven. Ruben heeft zich vergrepen aan één van de bijvrouwen van zijn vader (Genesis 35:22; 49:4). Nummer twee en drie, dat zijn Simeon en Levi. Maar zij hebben bloed aan hun handen (Genesis 34:25). Is Juda zoveel beter? Ook het leven van Juda bevat zwarte bladzijden.

Zijn schoondochter Tamar wordt zwanger van hem (Genesis 38). Tegelijkertijd zijn er in het leven van Juda ook positieve dingen aan te wijzen. Als de zonen van Jakob naar Egypte gaan om eten te kopen in een tijd van hongersnood, moeten ze van de onderkoning terug met hun jongste broer Benjamin. Anders krijgen ze niets! Ja, en het is nodig! Vader Jakob wil absoluut Benjamin niet meegeven. Hij peinst er niet over! En dan zegt Juda: ‘Ach vader, laat hem nou meegaan. Ik sta borg voor Benjamin, met mijn eigen leven!’ (Genesis 43:9). Juda is dus bereid zichzelf op te offeren voor een ander. Bovenal, het antwoord waarom Juda gekozen is, is ten diepste Gods genade.

Jakob komt in vers 9 met het beeld van de leeuw. De leeuw heeft heerlijk gegeten, hij heeft genoeg gehad. Vervolgens gaat de leeuw lekker liggen slapen, in zo’n ronde houding zoals een katachtig dier dat kan doen: ‘Juda gaat liggen als een leeuw, vol majesteit vlijt hij zich neer – wie zou hem durven wekken?

Juda zal de stam van de koningen worden. En zo heeft God het inderdaad geleid. Hij heeft David uitgekozen om de stamvader te worden van het koningshuis dat zou regeren in Jeruzalem. Het koninkrijk Israël viel uit elkaar en bestond uit twee delen: het noordelijke tienstammenrijk Israël en het zuidelijke tweestammenrijk Juda. Dat tienstammenrijk is op een bepaald moment onder de voet gelopen door de Assyriërs, de bevolking is meegenomen en nooit meer teruggekeerd. De twee stammen in het zuiden, Juda en Benjamin, vormden samen het koninkrijk Juda. De bevolking van Juda werd ook weggevoerd, door de Babyloniërs, maar zij zijn teruggekomen. En vanaf die tijd werden de Judeeërs Joden genoemd. Dus het woord ‘Jood’ komt van ‘Juda’. Het koningshuis van David stamde uit Juda. Jakob zegt in vers 10 (HSV): ‘De scepter zal van Juda niet wijken en evenmin de heersersstaf van tussen zijn voeten, totdat Silo komt, en Hem zullen de volken gehoorzamen.

Dus de stam van Juda brengt het koningshuis voort, maar dat koningshuis loopt uit op een Persoon die nog veel groter is: Silo. Deze Silo zal heerser zijn over de hele aarde! ‘Hem zullen de volken gehoorzamen. Het gaat hier over de Messias die door God beloofd is. Vindt u het niet bijzonder? Dit is nog maar het eerste bijbelboek, maar hier laat God al heel duidelijk zien: ‘Ik zal een Redder geven, een Verlosser, er is hoop voor de toekomst!’ Dat is nou precies de boodschap van Advent. Advent wil zeggen: verwachting. We kijken uit naar wat God gaat geven. Als je in je leven zicht krijgt op God, dan krijg je altijd hoop! Bij God is er nooit een blinde muur, een doodlopende weg, nee, bij Hem is er altijd een weg naar de toekomst. Zelfs te midden van de woestijn.

Over die Messias, over Silo, worden hier drie dingen gezegd:

1. De Messias is een heerser. Hij is Koning!

Vers 10: ‘Hem zullen de volken gehoorzamen.’ Die volken, dat zijn mensen, ongeacht achtergrond en afkomst, die in Jezus Christus geloven en Hem aanvaarden als Heer en Verlosser. Ook u, jou en mij. De Messias heerst over de volken. Wij weten dat die Messias in Jezus gekomen is (die ook uit de stam Juda komt: Matteüs 1:2). En als Hij terugkomt, dan zal deze profetie ten volle werkelijkheid worden: dan zal elke knie zich voor Hem buigen en elke tong zal belijden dat Jezus Heer is (Filippenzen 2:10-11).

Houd dat goed voor ogen! Nu kan iedereen nog wat vinden over Jezus, de één vindt zus en de ander vindt zo. Maar er komt een dag dat iedereen voor Hem zal buigen, zelfs de meest luidruchtige atheïst of de meest beruchte christenvervolger. Daarom is het zo belangrijk dat we nu al die goede boodschap doorgeven, dat de mensen om ons heen nu al de kans krijgen om hun Redder te leren kennen.

2. De Messias is een nederige Koning

De Messias heerst over de volken. Dat is de eerste trek waarmee Hij getekend wordt. En dan gaat Jakob verder. Vers 11 (HSV): ‘Hij bindt zijn jonge ezel aan de wijnstok en het veulen van zijn ezelin aan de edelste wijnstok.’ In de Bijbel wordt God vergeleken met iemand die een wijngaard plant. Later gebruikt Jezus Zelf het beeld in de gelijkenis van de wijngaard en de pachters (Matteüs 21:33-46). Die wijngaard staat voor het volk Israël, of breder, voor de mensheid. God Zelf heeft alles goed gemaakt, maar de pachters maken er een puinhoop van. De Koning komt naar Zijn wijngaard, de Messias komt naar deze wereld, naar Zijn volk, naar Zijn mensen. Hij komt Zelf! En wat is Zijn rijdier? Je zou zeggen: ‘dat spreekt voor zich! Een koning, zeker een hemelse Koning, komt op een groot en sterk paard! Dat zou je verwachten. Maar deze Koning is anders. Deze hemelse Koning komt niet op een paard naar Zijn wijngaard. Nee, Hij komt op een ezel. In onze tijd zou je zeggen: de president komt niet in een grote zwarte geblindeerde auto, nee, hij komt op de betjak (fietstaxi). Dat is het eigenlijk: een koning op een ezel. Het is een teken van nederigheid.

Die profetie komt ten volle uit, als Jezus vlak voor Zijn lijden en sterven Jeruzalem nadert. Want Hij, de grote Messias, neemt niet plaats op een paard, nee, Hij gaat zitten – inderdaad! – op een ezel. Terwijl de mensen zingen: ‘Hosanna! De Zoon van David!’ rijdt Hij naar Zijn wijngaard, naar Jeruzalem. Jakob voorspelt het al: de Messias die komt is een nederige Koning.

Even terug naar de film Narnia. Susan, het jongste kind in de film hoorde meneer Bever vertellen over Aslan. ‘Aslan is een leeuw, de leeuw, de grote leeuw.’ ‘O’, zegt Susan. ‘Ik dacht dat hij een man was. Is hij redelijk veilig? Ik ben zenuwachtig als ik een leeuw tegenkom.’ ‘Veilig?’, zei meneer Bever. ‘Wie heeft het over veilig? Natuurlijk is hij niet veilig. Maar hij is goed. Ik zeg het je: Hij is de Koning.’

Jezus is de nederige en goede Koning die Zijn leven gaf voor de mensen. Waar vind je zo iemand? Een Heerser die dient. De hoogste Koning neemt de laagste plaats in. Laten we dit in deze Adventsweken diep tot ons laten doordringen. Dat wij daardoor alleen maar meer van Jezus gaan houden.

3. De Messias geeft overvloed!

In vers 11 zien we dat deze Heerser zoveel wijn heeft! Hij wast er zijn kleren in! Hij geniet van de wijn, Zijn ogen worden er als het ware donker van. Zijn wijngaard levert zo overvloedig veel op, dat Hij Zijn ezel gewoon vastbindt aan een wijnstok, zelfs aan de edelste wijnstok, met de mooiste druiven! Normaal doe je dat niet! Wie bindt er nou een ezel aan een wijnstok? Dat beest eet meteen al die druiven op! Maar deze Heerser doet het wel, want Hij heeft druiven in overvloed, wijn in overvloed! Zo tekent Jakob hier de Messias!

Als Jezus, de Messias, op aarde komt, wat is dan het eerste wonder dat Hij doet? Hij is op een bruiloft, in Kana, en daar verandert Hij water in wijn! Ook daar: overvloed! En in Johannes 10:10 zegt Hij: ‘Ik ben gekomen, opdat zij leven hebben en overvloed hebben.’ Let wel op: dat is niet altijd materiële overvloed. Soms wel! Er zijn momenten dat God je zegent, gewoon met de dingen van het gewone leven. Goede gezondheid, lieve mensen om je heen, fijne gesprekken met iemand, dagelijke bezigheden, een dankbaar hart (bijvoorbeeld dat we ondanks alles vandaag de eredienst kunnen volgen, thuis of in de kerk). Of een blij hart als de zon schijnt. Als u de vogels hoort zingen, etc.

Maar het leven kan ook tegen zitten. De overvloed die Jezus bedoelt, is een andere overvloed. Het is leven in sjaloom, vrede, leven met een diepe, intense vreugde. Vreugde die alle omstandigheden te boven gaat. Het is de blijdschap dat je God mag kennen.

De Messias, Silo, de Leeuw van Juda, Hij is een Heerser, maar wel een Heerser die dient, en Hij geeft jou en mij overvloed!

Ik wil u graag een kort gedeelte vanuit de film Narnia laten zien.

https://www.youtube.com/watch?v=ldONnOsHOOQ  (tot en met minuten 02:22)

De dood is teniet gedaan, Jezus is opgestaan! Jezus, de Leeuw van Juda, overwon de dood! Dat is de grootste overvloed! In verbondenheid met Hem, zullen we ook later opgewekt worden uit de dood en eeuwig leven bij Hem! De Leeuw van Juda, we hebben het gelezen in Openbaring 5: Hij is het waard om de zegels van de geschiedenis te openen! Hij is de enige die dat kan doen. De Leeuw uit Juda is de Koning die komt!

Geliefde gemeente. Laten we in deze derdeAdventsweek gesterkt worden en ons voorbereiden op de komst van de Here Jezus, de Leeuw van Juda.

Amen.