Bijbellezing: Lucas 5:1-11

Geliefde broeders en zusters in de Here Jezus,

Op 7 juli 1985 werd in de Kruiskerk in Amstelveen de oprichting van de Indonesische Christelijke Kerk in Nederland (GKIN) ingewijd. Dus op 7 juli jongstleden was de GKIN precies 35 jaar oud. We mogen de Heer Jezus dankbaar zijn, het hoofd van de kerk, die de GKIN  heeft geleid tot haar 35e jaar. We zijn ook dankbaar voor de mensen die God heeft gebruikt, zowel aan het begin van het bestaan van de GKIN als in de daaropvolgende bediening tot nu toe. Helaas moest de 7e viering van het lustrum van de GKIN, die op 4 juli was gepland, vanwege de COVID-19-pandemie worden uitgesteld.

Broeders en zusters, sommigen zeggen dat ons leven op een reis lijkt. Er zijn verschillende tijden of momenten waarop we even stilstaan en nadenken over het leven dat we leiden. Zo is het ook met onze levensreis als volgelingen van Christus en ook als de Kerk van God. Een van die tijden of momenten is op de verjaardag. Op verjaardagen is het voor ons het juiste moment om na te denken waar wij staan en waar wij heen willen met onze levensreis.

Die vraag is ook voor ons bedoeld. Zijn gemeenteleden en sympathisanten van de GKIN de afgelopen 35 jaar in geloof gegroeid en gingen zij wat hun karakter betreft steeds meer lijken op de Heer Jezus? Heeft de GKIN de afgelopen 35 jaar zijn taken en roeping als Gods kerk vervuld? Door middel van de Grote Opdracht van de Heer Jezus, geschreven in Matteüs 28:19-20, worden we eraan herinnerd dat we als volgelingen van Christus niet alleen gehoorzame christenen worden, maar dat we geroepen zijn om ware discipelen van Christus te zijn, die ook klaar zijn discipelen van anderen te maken.

Dat geldt ook voor de GKIN als Zijn kerk, zijn we niet alleen geroepen om bezig te zijn met het organiseren van spirituele bezigheden of activiteiten. Maar of de GKIN discipelen van Christus heeft voortgebracht die volwassen zijn in het geloof en die klaar staan om discipelen van anderen te maken? We zijn dankbaar dat de Heer Jezus in de wereld is gekomen om de mensen en deze wereld te redden. Dit is echt een geschenk van God.

Maar de Heer Jezus kwam niet alleen om te redden, Hij wilde ook de toestand van de wereld, en de mensen die in zonde waren gevallen, herstellen,  terug naar Zijn oorspronkelijke plan. De kerk bestaat en is geroepen om de bediening van Christus voort te zetten om redding en herstel voor de wereld te realiseren.

Dietrich Bonhoeffer bekritiseerde in zijn boek “Nachfolge” (in het Engels is deze titel vertaald in “The Cost of Discipleship”) uitdrukkelijk de omstandigheden en het bestaan van het christendom in Hitler's tijd. Hij noemde het "Goedkope Genade" (Billige Gnade). Wat hij bedoelde was, dat de kerken in die tijd alleen vergeving van zonden verkondigden zonder de eis dat mensen zich bekeerden; de doop verrichtten zonder dat kerkelijke discipline werd nageleefd en het Heilig Avondmaal werd gehouden zonder dat er persoonlijke belijdenis van zonde was. Met andere woorden, de kerken in die tijd predikten alleen Gods genade zonder het kruis te hoeven dragen en ware discipelen te worden.

In 2010 benadrukte John Stott in zijn boek “The Radical Disciple”, in dezelfde geest als Bonhoeffer, het christendom en het leven van kerken vandaag. In Zuid-Azië, China en Afrika is er inderdaad sprake van kerkgroei in aantallen. Maar sommige kerkleiders erkenden zelf dat de groei die plaatsvond slechts uit getallen bestond, en niet werd uitgedrukt in termen van de volwassenheid van geloof en discipelschap. Stott zei dat wat er gebeurde “groei zonder diepgang” was. Het is dus als een boom, die alleen takken en bladeren laat groeien, terwijl de wortels niet diepgeworteld raken en sterk worden. Als gevolg hiervan zal de boom, in de wind of een storm, gemakkelijk ineenstorten en omvallen omdat de wortels en de basis ervan niet sterk zijn.

Geliefde broeders en zusters in de Heer,

Zowel Bonhoeffer als Stott zeiden dat discipelschap iets is wat al lang "verloren" is en niet in de praktijk wordt gebracht door de meeste kerken van vandaag. Zelfs als er kerken zijn die discipelschap wel in de praktijk brengen, is dit over het algemeen slechts een programma en geen opzettelijke en strategische inspanning van discipelschap, zodat mensen volwassen discipelen in het geloof worden.

Daarom moeten wij als christenen, als volgelingen van Christus, niet zomaar stoppen als we garanties krijgen voor onze persoonlijke redding.  Of als Zijn kerk gewoon te bestaan en te overleven. Maar het allerbelangrijkste is dat we de "Grote Opdracht" van de Heer Jezus in de praktijk brengen en uitvoeren. Of we dit nu persoonlijk of als Zijn kerk doen. Dat wil zeggen: "Ga en maak alle volken tot mijn discipelen". Gods belangrijkste plan voor de kerk is elke discipel van Christus te laten groeien, om anderen tot Zijn discipelen te maken, zodat Gods missie kan worden uitgevoerd.

Geliefde broeders en zusters in de Heer Jezus,

Onze passage uit Lukas 5:1-11 laat zien en geeft een voorbeeld hoe de Heer Jezus Gods heilsmissie voor deze wereld heeft uitgevoerd, door de discipelen voor te bereiden en gereed te maken om te dienen en uitgezonden te worden. Waarom moest de Heer Jezus discipelen en het discipelschap kiezen? Voordat we die vraag beantwoorden, zou het voor ons nuttiger zijn om te proberen te begrijpen hoe de praktijken van discipelschap in de eerste eeuw waren.

In die tijd was het gebruikelijk dat jongeren doelgericht waren en iedereen volgden die hen inspireerde. Daarom hadden Johannes de Doper en andere religieuze leiders in die tijd ook leerlingen. Elke 13-jarig Joodse jongen had het grootste deel van de Thora bestudeerd en uit het hoofd geleerd, samen met alle profeten erin. Als het kind de beste en slimste student werd, werd hij geaccepteerd om op de rabbijnse school te studeren. Op die school stond hij onder het gezag van zijn leraar. Als hij niet deel uitmaakte van de de topgroep in zijn klas, zou hij terugkeren en werken als herder, visser, timmerman of boer.

Er waren in die tijd vijf kenmerken van rabbijnse scholen:

  1. Studenten kozen ervoor om zich te onderwerpen aan hun leraar
  2. Studenten onthielden alle woorden van hun leraar
  3. Studenten leerden hoe hun leraar diende
  4. Studenten modelleerden het leven van hun leraar
  5. Studenten kregen de opdracht hun eigen studenten te vinden

Deze rabbijnse traditie was zeer streng. Studenten hadden weinig vrijheid en als ze afstudeerden, zetten ze hun carrière als leraar voort. Veel studenten startten hun eigen groep volgers. Volgelingen waren hun hele leven lang gebonden aan de interpretatie van de Thora door de leraar, en hun werd gevraagd om de verspreiding van die traditie te vermeerderen.

Broeders en zusters, de Heer Jezus was inderdaad geen product van dit soort systeem van discipelschap, maar hij nam het wel over. Jezus koos Zijn discipelen van buiten het heersende systeem. De discipelen van Christus realiseerden zich dat Jezus anders was toen ze bij Hem waren en luisterden naar Hem toen Hij hun onderwees. De Heer Jezus onderwees hun ook over de redenen waarom en hoe ze andere discipelen zouden moeten zijn dan anderen.

Er zijn verschillende dingen die we kunnen leren van de manier waarop de Heer Jezus Zijn eerste discipelen koos:

1. De Heer Jezus Zelf koos Zijn discipelen. Toen de Heer Jezus de eerste discipelen uitkoos en riep, bleken ze uit de vissers te worden gekozen. Het waren dus niet van die slimme en goed opgeleide mensen, zoals in het algemeen het geval was. Waarom koos Jezus voor eenvoudige mensen? Omdat Hij altijd aandacht schonk aan het hart, de oprechtheid en eerlijkheid van mensen, niet aan hun intelligentie of positie.

2. De Heer Jezus koos discipelen die Zijn geboden wilden gehoorzamen. Laten we vers 5 beschouwen, alsof we in die tijd in de positie van Simon Petrus waren, die een "professionele" visser was omdat dat zijn dagelijkse werk was, en hij had de hele nacht hard gewerkt om vis te krijgen, maar blijkbaar ving hij niets . We kunnen ons voorstellen hoe moe Simon Petrus was en hoe zijn humeur was omdat hij geen vis kon vangen. In zo'n situatie zei Jezus dat hij zijn netten moest uitwerpen. De Heer Jezus koos Zijn discipelen die Zijn geboden zouden gehoorzamen.

Wat was de reactie van Simon Petrus? Het bleek dat, hoewel Simon Petrus in een staat van lichamelijke vermoeidheid was en zich 'mislukt' voelde, hij gehoorzaam bleef om de bevelen van zijn leraar op te volgen. Hij zei “... maar omdat U het zegt, zal ik toch de netten uitwerpen”. Simon Petrus gehoorzaamde niet alleen Jezus' geboden, maar hij was ook bereid zichzelf te ontkennen. Dat wil zeggen, hij gaf meer prioriteit aan Gods wil dan die van hemzelf. Niet weinig mensen beweren discipelen van Christus te zijn, maar in de praktijk zijn zij in hun dagelijks leven niet gehoorzaam aan Gods wil en moeten zij in plaats daarvan hun eigen wil of verlangens navolgen.

3. Bekering is nodig om een discipel van Jezus te worden. Toen Simon Petrus Jezus' bevel gehoorzaamde om de netten uit te werpen, gebeurde er iets dat onverwacht was voor de discipelen. Hun netten slaagden erin veel vis te vangen. Bij het zien van wat hier gebeurde, in vers 8, wordt verteld dat Simon Petrus voor Jezus neerviel en zei: "Heer, ga bij mij weg, want ik ben een zondaar.”

Simon Petrus besefte en bekende dat hij een zondaar was. Om discipelen van Jezus te zijn, moeten we ons bekeren. Het woord berouw betekent 'omdraaien'. Dit komt neer op het idee van richting te veranderen en in de tegenovergestelde richting te gaan. Van slaaf van de zonde veranderen in een dienstknecht van God.

Bekering betekent dat we toegeven dat we zondaars zijn, die onwaardig zijn en Jezus nodig hebben, als onze Heiland en Heer.

Let op in vers 5, Simon Petrus noemt Jezus daar de Meester, maar in het achtste vers noemt hij Jezus de Heer. We zien dat Simon Petrus is veranderd. Eerder werd de Heer Jezus alleen zijn Leraar, maar Hij werd later Heer in zijn leven.

4. De Heer Jezus maakte Zijn discipelen van vissers tot vissers van mensen. “Visser worden van mensen” betekent iemand aan Jezus voorstellen en proberen het hart te winnen om Jezus’ leven na te volgen en zich hieraan te houden. Een “visser van mensen” zijn, dit wordt vaak verkeerd geïnterpreteerd.  Alsof God zou willen dat we zoveel mogelijk mensen "christelijk maken", zoals het vangen van vis. Het prediken van het evangelie komt niet neer op het “christelijk maken” van mensen, maar het zorgen dat mensen discipelen van Christus worden.

Het is dus duidelijk dat de oproep om discipelen van Christus te zijn een moeilijke taak is, omdat ze te maken zullen krijgen met mensen met rede en vrije wil. Een menselijk hart proberen te overtuigen is niet zo eenvoudig als het vangen van een zwakke vis.

Broeders en zusters, wat is het antwoord op de vraag: “Waarom koos de Heer Jezus de discipelen en het discipelschap?” Omdat de Heer Jezus een nobel doel had voor de discipelen. Ze werden door de Heer Jezus voorbereid en tot discipelen gemaakt voor een speciale taak, nl. Gods missie van redding voor deze wereld voortzetten. Om de mens en deze wereld te redden, begon en introduceerde de Heer Jezus een beweging of 'nieuw koninkrijk' om de toestand van de mens en de wereld die in zonde was gevallen, te herstellen.

Dus koos de Heer Jezus de discipelen en het discipelschap zodat ze Zijn werk en missie in de wereld konden voortzetten. De discipelen verbleven en leefden niet alleen samen met de Heer Jezus, maar ze werden begeleid en gevormd om het leven van de Meester na te volgen en in de praktijk te brengen.

Een discipel van Christus zijn betekent dat we van Hem leren, met Hem omgaan en alles gehoorzamen wat Hij ons gebiedt. Toen de discipelen klaar waren om uitgezonden te worden om discipelen van anderen te maken, werd hun de kracht van de Heilige Geest gegeven en werden zij hiermee uitgerust om het Evangelie te prediken en alle naties tot discipelen van Christus te maken.

Geliefde broeders en zusters in de Heer Jezus,

Wat is dan het resultaat van discipelschap van de Heer Jezus? We weten dat er onder de eerste twaalf discipelen van Jezus één persoon was die faalde, namelijk Judas. Maar de elf discipelen van Jezus, bekend als apostelen en andere discipelen, gingen het Evangelie over de hele wereld verspreiden. We zijn dankbaar dat Gods missie, die door de Heer Jezus werd aangevangen en vervolgens door de apostelen en andere discipelen werd voortgezet, tot op de dag van vandaag over de hele wereld is verspreid.

De nobele plicht om Gods heilsmissie voor deze wereld voort te zetten, is ons nu toevertrouwd als Zijn kerk. Daarom bestaat de kerk en wordt ze geroepen tot discipelschap, wat resulteert in discipelschap van Christus dat bereid is uitgezonden te worden en discipelen van anderen te maken. De vraag is waarom discipelschap door kerken tegenwoordig niet productief is? Veel kerken zijn er inderdaad in geslaagd veel mensen naar de kerk te brengen, maar ze hebben niet de toewijding om discipelen van anderen te maken of er is discipelschap dat alleen stopt bij de plaatselijke kerk en geen mensen buiten de kerk bereikt.

Geliefde broeders en zusters in de Heer Jezus,

We hebben gezien hoe belangrijk het is, voor leden van de kerk die God ons heeft toevertrouwd om in geloof uit te groeien tot volwassen discipelen van Jezus. Spirituele groei vindt niet automatisch plaats. Daarom is er behoefte aan een plaats of middel in Gods kerken, zodat gemeenteleden kunnen worden gevoed en tot discipelen kunnen worden gemaakt die volwassen zijn in het geloof en die ertoe gereed zijn om uitgezonden te worden en discipelen van anderen te maken.

Dat wil zeggen, in Gods kerken moeten er voorzieningen en middelen zijn die opzettelijk zijn, gepland en geprogrammeerd, zodat gemeenteleden stap voor stap worden gevormd en begeleid om volwassen discipelen van Christus te worden, klaar om te dienen en uitgezonden te worden om Gods reddingsmissie in deze wereld uit te voeren.

Wij van het ministerium bereiden ons erop voor, dat dit doelbewuste discipelschap ook bij de GKIN kan worden uitgevoerd, zodat de aanwezigheid van de GKIN niet alleen bestaat uit het er zijn en het overleven als Gods kerk, maar dat het de leden van Zijn kerk doet uitgroeien tot discipelen van Christus die er ook gereed voor zijn om anderen tot discipelen te maken. Daarom vertegenwoordig ik bij deze gelegenheid ook collega's in het ministerium, vraag om gebedsondersteuning en nodig tegelijkertijd ons allemaal uit, mee te doen en ons in te zetten voor discipelschap en het uitgroeien tot discipelschap van Christus. Fijne 35e verjaardag van de GKIN. God zegene ons allen.

AMEN.