Handelingen 15:35-41

Johannes 2:1-11

Geliefde gemeente. Wie heeft ooit een nachtmerrie gehad? Dat u bijvoorbeeld thuis bezig was roti baso te maken. U viel in slaap in uw dromen en  ... de roti baso was helemaal verbrandt, gosong. Een nachtmerrie voor een jongere of student is misschien dat je droomt dat je op school of op je studie komt, en plotseling hoor je dat je examen hebt en je bent helemaal niet voorbereid. Ooit heb ik gedroomd dat ik ergens moest preken, het duurde erg lang thuis totdat ik mijn stropdas kon vinden, en toen ik in de kerk kwam, kwam ik te laat en moest ik mijn sandalen nog wisselen met schoenen, en toen ik eenmaal op de preekkansel stond, kwam ik er achter dat ik mijn preek vergat mee te nemen. En zo zal iedereen wel z’n eigen nachtmerrie hebben.

Ja... Nou, dit is ook een nachtmerrie. Dat je trouwt, in Israël is dat een week feest, het hele dorp is welkom, en al je familie, je vrienden en bekenden, en dan, halverwege het feest, is de wijn op! Voor een bruidspaar in die tijd is dat zo ongeveer het allerergste wat er kan gebeuren! Want in die tijd is wijn de drank voor een bruiloft.

Daar staat het bruidspaar in Kana. Ze staan te stralen, in het middelpunt van de belangstelling. Misschien zijn ze wel familie van Jezus, want Hij is ook uitgenodigd, in Kana, dat ligt alleen 6 km ten Noorden van Nazareth. De bruid is misschien een nicht, of de bruidegom een neef van Jezus. In ieder geval hebben ze Jezus uitgenodigd samen met Zijn discipelen. Prachtig is dat, als de Here Jezus erbij is in je leven! Uiteindelijk is dat het allerbelangrijkste in ons leven, dat we Jezus vragen om binnen te komen. Hij zegt in Openbaring 3:20: ‘Ik sta voor de deur en klop aan. Als iemand mijn stem hoort en de deur opent, zal Ik binnenkomen, en we zullen samen eten, Ik met hem en hij met Mij.’ Heeft Jezus de centrale plaats in uw leven? In jouw leven? In ons leven als gemeente? Uiteindelijk is dat de vraag waar alles om draait! Wij kunnen als gemeente actief zijn, prachtige kerkdiensten houden, allerlei activiteiten organiseren, mensen helpen, veel geld inzamelen voor allerlei goede doelen, en toch... niet Jezus centraal stellen. Dat wij onszelf centraal stellen. Niet Zijn Koninkrijk, maar mijn koninkrijk. Niet Zijn kracht, maar mijn kracht. Niet Zijn heerlijkheid, maar mijn eigen eer en glorie. Ikke, ikke, ikke. Op deze manier houden we Jezus buiten de deur. ‘Jezus was uitgenodigd op de bruiloft te Kana’. Hij stond daar centraal. Laat Jezus ook centraal staan in ons leven!

Maar op die bruiloft in Kana gebeurt dan dat vreselijke: de wijn is op! O, wat is dat

een schande! Ze zouden het voortaan hun hele leven nog moeten horen! Iedereen in Kana zou zeggen ‘Die meneer en mevrouw... O, wat waren dat gierige mensen, te weinig wijn ingekocht toen ze gingen trouwen. Wat een afgang was hun feest!’ Voor dat bruidspaar dreigt echt een ramp! Een nachtmerrie! Maria hoort ervan, en meteen denkt ze aan haar Zoon. Jezus, Hij is toch de Redder, de Verlosser? Onopvallend loopt ze naar Jezus toe, en ze fluistert in Zijn oor: ‘Ze hebben geen wijn meer.’ Oftewel: ‘Jezus, help! Doe er wat aan!’

(Kijk naar dit schilderij van de Chinese kunstenaar He Qi (spreek uit als Hoe Tsjie). De rode, gesluierde bruid staat achterin in het midden. De bruidegom staat links van haar en de figuur rechts van haar is Maria. Haar gebalde vuist drukt uit dat ze het niet bij het gebrek aan wijn wil laten zitten. Rechts van haar zien we het ‘Shuang Xi’ of dubbel geluk karakter dat bij bruiloften wordt opgehangen tot meerder geluk van het bruidspaar. Onder de rode lantaarn links bevindt zich een verwijzing naar het verhaal van de vijf broden en twee vissen, dat staat voor overvloed. Rechtsvoor staat Jezus, die een bediende instrueert water in de vaten te schenken).

Maar dan geeft Jezus een antwoord aan Maria, dat zo op het eerste gezicht nogal ruw lijkt: ‘Vrouw, wat wilt u van Me? Mijn tijd is nog niet gekomen.’ Hoe kan dat? Jezus is toch altijd zo gehoorzaam geweest aan Maria en Jozef? Waarom dan dit antwoord? Weet u, Maria heeft zich tot hier toe kunnen opstellen als de moeder van Jezus. Dat is ook haar taak geweest, haar roeping. Ze kon het zeggen: ‘Jezus, ga Jij even naar de winkel! En help mij straks even met afwassen’. Maar nu moet Maria leren, dat ze niet meer over Jezus kan beschikken. Ze kan Hem geen opdrachten meer geven. Maria moet leren dat Jezus ook voor haar de Here is.

Soms denken we misschien weleens: ‘Nou Here God, nu moet U iets doen! Ik heb U toch altijd gediend, ik heb altijd gebeden en uit de Bijbel gelezen, ik heb zoveel in de kerk gedaan, nu moet U ook maar doen wat ik vraag! Nou, Here, ja, nu is het Uw beurt!’ Als we zo denken, dan wijst de Here Jezus ons radicaal af: ‘Wat wil je van Me? Mijn tijd is nog niet gekomen!’ Ook voor ons komt het erop aan om te leren knielen voor de Heiland, want alleen zo kan Hij ons redden. Alleen als we met lege handen komen, kan Hij ze vullen.

Wonderlijk, hoe goed Maria aanvoelt wat Jezus bedoelt. Ze dringt niet verder aan. Maar ze kent haar Zoon goed genoeg om te weten dat Hij nooit mensen laat vallen. Ook dit bruidspaar niet. En daarom gaat Maria vervolgens naar de keuken en zegttegen de bedienden: ‘Doe maar wat Hij jullie zegt, wat het ook is.

Zo bereidt Maria hen voor op het werk van de Here Jezus. Dat is de goede houding. We mogen al onze noden bij God neerleggen, en ons er dan op voorbereiden dat Hij zal antwoorden. Maar Hij Hij doet het op Zijn eigen manier en op Zijn eigen tijd. Legt u al uw noden maar aan Zijn voeten, en kijk er dan maar naar uit, zoals Psalmdichter zegt: ‘Here, ik wacht op U, meer dan wachters op de morgen ...’ (Psalm 130:6). En op Zijn tijd, op Zijn manier, zal de Here antwoorden! Ziet u het verschil? Geen eisende houding, maar een verwachtingsvolle houding! Je vol vertrouwen uitstrekken naar de HEER! En denkt u dan nooit te klein van God! Nooit! Hij geeft wonderen!

En inderdaad, dat gebeurt! Het bruidspaar, dat op het punt staat om een vreselijke toekomst in te gaan, vol schande en spot, dat bruidspaar wordt gered. ‘Vul de watervaten met water’, zei Jezus. Elk stenen watervat bevat ongeveer 100 liter en is bestemd voor het Joodse reinigingsritueel. Ze wassen vóór de maaltijd hun handen (vgl. Matteüs 15:2). Jezus is gekomen om de wet te vervullen. Het water van de reinigingsrituelen van de oude wet zal plaatsmaken voor de wijn van het nieuwe verbond dat in Jezus gekomen is.

De Here Jezus, Hij verandert water in wijn. En de wijn die Hij maakt, is vele malen beter dan hun eigen wijn! Zo wil de Here Jezus werken. Dit eerste wonder is ook een eerste teken. Als we Hem in ons leven uitnodigen, binnenlaten, dan mogen we op Hem vertrouwen! Hij geeft ons alles wat we nodig hebben. Hij is onze Redder! Als het aan ons lag, dan kwamen we terecht in de mislukking en de schande. Maar Hij tilt ons op! Hij is het die redt! Hij alleen! Alles wat we krijgen, persoonlijk en ook als gemeente, het is puur en alleen Zijn werk! Het is genade! Genade! Jezus Christus zorgt voor Zijn goddelijke verrassingen! Ons water wordt in Zijn zegenende aanwezigheid de beste wijn! Ons werk, met alles wat eraan schort, vol met tekortkomingen, het wordt in Zijn handen tot zegenrijk werk! Onze ideeën en inzichten, zijn vaak nog zo bekrompen, Hij pakt ze op en laat er iets moois uit voortkomen! En dat geldt ook in het werk van de kerk. Laat u daarom nooit ontmoedigen! Vertrouw op de Heer en strek u vol verwachting uit naar Hem. En denk nooit te klein van God! Hij zorgt voor verrassingen, en Hij zal ook u verrassen, ook jou, ook ons als Zijn gemeente.

De Duitse dominee Paul Gerhardt heeft in zijn leven veel leed gekend. Zijn vader stierf toen hij twaalf was, zijn moeder twee jaar later. Zijn jeugd en lange studietijd, waarin hij zelf ook voor zijn levensonderhoud moest zorgen, bracht hij door te midden van oorlog, pest en brand, die ook zijn geboorteplaats grotendeels in de as legde.

Een van zijn tijdgenoten heeft gezegd: dit leed had hem eerder tot huilen dan tot dichten moeten brengen. Gerhardt droeg echter alles moedig, troost vindend in God. Hij begon liederen te schrijven die later bekend zijn geworden. In zijn liederen klinkt een heel persoonlijke geloofsbeleving door: ‘Hoe zal ik U ontvangen (KJ 85)’, ‘Ik kniel aan uwe kribbe neer (KJ 115)’, ‘O hoofd vol bloed en wonden (KJ 170)’.

Toen Gerhardt in 1655 was getrouwd, moest het jonge paar in de pastorie van Mittenwalde van een heel klein traktement rond zien te komen. Soms was er geen brood meer in de kast.

Op een dag zei Anna Maria, zijn vrouw tegen hem: ‘Geef mij wat geld, zodat ik het meest nodige kan kopen; ik kan anders de tafel niet dekken’. Gerhardt kon toen niet aan haar verzoek voldoen. Zijn antwoord luidde: ‘Ik zal je voedsel bezorgen, dat niet vergaat’. Na een paar uur kwam hij te voorschijn met het lied: ‘Beveel gerust uw wegen (KJ 417)’. Vaak zal Gerhardt die woorden herhaald hebben en zijn leven opnieuw in de handen van zijn hemelse Vader hebben gelegd, wetend dat hij daarom niets te vrezen had.

Dit lied lijkt ook op water dat Jezus verandert in Zijn beste wijn. Een lied dat gecomponeerd werd in tijden van tekorten, maar in Jezus’ handen werd dit een lied die overvloedig zegent, een lied dat velen eeuwenlang heeft bemoedigd. Straks zullen we samen dit lied zingen.

Geliefde gemeente. Vertrouw op de Heer Jezus en strek u vol verwachting uit naar Hem. Op het moment dat wij denken dat er niets meer gedaan kan worden, op het moment dat de situatie in het leven lijkt te veranderen in een nachtmerrie, als het leven is versmald tot louter overleven en alle hulpbronnen zijn opgedroogd, op dat moment komt Jezus en brengt de levensvreugde terug, beter dan wij ons ooit kunnen voorstellen.

Laten we ondanks onze tekortkomingen en beperkingen, ondanks tegenslagen en teleurstellingen, ondanks alles, laten we ons blijven inzetten voor het werk van Zijn Koninkrijk. Op een dag zullen we, net als de ceremoniemeester van die bruiloft in Kana verwonderd worden, want Jezus verandert ons water in Zijn beste wijn! Ja, in Zijn beste wijn!

Amen.