Schriftlezing I Samuël 16:4-13, I Samuël 22:1-5

Geliefde gemeente. Weet u wat ‘anak bawang’ betekent? In het Indonesisch betekent ‘anak’: ‘kind’, en ‘bawang’: ‘ui’. Dus ‘ui-kind’? Nee, het is een beeldspraak. Dat betekent een kind dat niet meetelt. Dat kind doet bijvoorbeeld mee met een spelletje, maar wordt niet meegeteld. Hij/zij is er alleen maar om de sfeer op te vrolijken. Meestal is het de jongste. Wat doet het met u, als u beschouwd wordt als ‘anak bawang’? En als u zo door uw eigen vader of moeder wordt bejegend? Of door eigen broer of zus? David in de Bijbel heeft dat meegemaakt.

Twee weken geleden hebben we het gehad over de stamboom van Jezus. Wij stonden stil bij het leven van Obed, zoon van Boaz en Ruth, kleinzoon van Naomi. Obed betekent ‘de dienaar.’ Vandaag ontmoeten we Isaï, de zoon van Obed. Die hele familie van Isaï woont in Betlehem. Sinds het moment dat zijn moeder Ruth en zijn oma Naomi terug gingen naar Betlehem en toen zijn moeder daar trouwde met Boaz, zijn vader. Isaï is in de Bijbel bekend als de vader van David.

Isai 

We hebben gelezen dat profeet Samuël op bezoek komt bij Isaï en zijn gezin. Heel nadrukkelijk zegt Samuël tegen Isaï: ‘Ik wil een offermaaltijd met je houden en ik wil dat al je zonen daarbij zijn.’ Maar wat doet Isaï? We hebben het gelezen: hij roept zeven zonen bij het offer, maar de jongste, David, laat hij niet halen. Vindt hij zijn jongste zoon niet de moeite waard? Zou David dan zover weg geweest zijn? Was het misschien onmogelijk om hem erbij te roepen? Nee, dat is niet zo. Want als Samuël erachter komt dat Isaï nog een zoon heeft, zegt hij: ‘We gaan niet aan tafel voordat ook die jongste zoon erbij is.’ En dan is David blijkbaar zó gehaald.

Isaï heeft zijn jongste zoon David in feite gekleineerd. Hij beschouwt hem als ‘anak bawang’. De profeet Samuël komt op bezoek, hij zegt uitdrukkelijk: ‘Roep al je zonen,’ en Isaï denkt: ‘Laat David maar weg. Die is niet belangrijk.’ Er zijn hier geen woorden voor… Niet voor niets legt God een woord in het hart van Samuël: ‘De mens kijkt naar het uiterlijk, maar de HEER kijkt naar het hart.’ (vers 7).

Samuel 

Juist die ene zoon, op wie wordt neergekeken, wordt door God uitgekozen. Want God kijkt naar het hart. Als je vader of je moeder je laat vallen, wat is dat ongelooflijk pijnlijk. In Psalm 27:10 schrijft David ‘Al verlaten mij vader en moeder, de HEER neemt mij liefdevol aan.’ Verwijst David hier naar deze pijnlijke gebeurtenis? Misschien kent u dit ook uit eigen ervaring. Uw vader, uw moeder, of iemand die veel betekent voor u, laat het afweten.

Maar hoe zit het met de broers van David? In I Samuël 17 lezen we dat de broers van David de oorlog in moeten, tegen de Filistijnen en vooral tegen Goliat. Isaï blijft thuis, omdat hij te oud is om te vechten. David moet bij de schapen blijven, maar op een dag stuurt Isaï hem naar het leger om zijn broers eten te brengen. En daar, aan het front, hoort David hoe reus Goliat Israël en de God van Israël staat te bespotten. ‘Waarom doet niemand iets?’, vraagt David. En wat zegt dan zijn oudste broer Eliab? Hij wordt kwaad en maakt David een verwijt: ‘Wat doe je hier eigenlijk? Hoor jij niet in de woestijn op je schaapjes te passen? Echt iets voor jou, om met je brutale neus vooraan te willen staan als er gevochten gaat worden.’ Kijk, dat is de sfeer in de familie van David. Zijn vader laat hem gewoon zakken, en zijn broers moeten niets van hem hebben. De sfeer in huis is anti-David. 

En het verhaal gaat door. David verslaat Goliat. Het volk draagt hem op handen. Maar koning Saul wordt jaloers. Ongelooflijk jaloers. Hij probeert aan alle kanten om David te doden. David moet weg vluchten. Op een gegeven moment vlucht hij naar de grot van Adullam. En dan gebeurt er iets opmerkelijks. De broers van David horen dat hij daar zit en dan komt de hele familie naar die grot van Adullam. Die familie loopt gevaar, dat is wel duidelijk. Koning Saul is bezeten van haat voor David. De kans is groot dat hij, als hij David zélf niet te pakken kan krijgen, dat hij dan zijn familie pakt, en ze misschien wel allemaal laat uitmoorden. De hele familie komt naar die grot, inclusief Isaï en zijn vrouw. Die hele familie, die David zoveel pijn gedaan heeft, vindt nu bescherming onder zijn hoede. Dit lezen we in onze tweede lezing.

Over David lezen we in de Bijbel lang niet alleen positieve dingen. Integendeel, er is heel wat op David aan te merken. Maar tegelijkertijd wordt hij ook genoemd: de ‘man naar Gods hart’ (I Samuël 13:14). En hier begrijpen we waarom. David is niet haatdragend. Hij weigert zijn familie niet de toegang. Hij zegt niet tegen zijn vader: ‘U liet mij toen buiten staan, nu laat ik u buiten staan.’ En hij zegt niet tegen Eliab: ‘Moet jij niet die paar schapen gaan verzorgen, daar in Bethlehem?’ Het had allemaal gekund, maar David biedt zijn familie gastvrijheid en bescherming.

In die grot komen vierhonderd mensen bij David. Vers 2: ‘Ook allerlei mensen die in moeilijkheden zaten, schulden hadden of verbitterd waren, sloten zich bij hem aan. David werd hun aanvoerder; het was een groep van ongeveer vierhonderd man.’ 

David krijgt een bijzondere therapie van God. Dr. Andar Ismail noemt dit: ‘De grot van Adullam’s therapie’. David zit daar in de grot van Adullam met zoveel problemen, maar God helpt hem juist door allerlei mensen met verschillende problemen naar hem te sturen. Herkent u dit ook? ‘De grot van Adullam’s therapie’ helpt ons om niet te vervallen tot zelfmedelijden, maar dat we ons juist voor anderen mogen inzetten’. Door de anderen te troosten worden we zelf getroost. Door de anderen te versterken, worden we zelf gesterkt. David ontvangt hier Gods genezing en heling in zijn leven.

David 

 

David gaat nog verder. Als hij ook weer uit de grot van Adullam moet wegvluchten, gaat hij naar Moab. En daar blijkt met hoeveel zorg hij zijn ouders behandeld, zijn moeder en zijn vader, de oude Isaï. I Samuël 22:3: ‘Van daaruit bezocht hij de koning van Moab in Mispe en vroeg hem: ‘Sta mijn vader en moeder alstublieft toe om naar uw grondgebied uit te wijken tot ik weet wat God met mij voorheeft.’ Daar in Moab, daar lagen familiewortels. De oma van Isaï, Ruth, kwam oorspronkelijk uit Moab. Dus het is niet zo vreemd dat David daar zijn ouders onderbrengt.
Wat ontroerend is het... zoveel zorgzaamheid van David voor zijn ouders, die hem eerder lieten vallen.

Juist in dit opzicht, in de manier waarop David omgaat met zijn familie, zien we dat David echt al trekken vertoond van zijn grote Nakomeling, van de Zoon van David, Jezus Christus. Want vergis je niet, maar ook Jezus lag niet goed in Zijn familie. Zijn broers, de zonen van Jozef en Maria, moesten lange tijd niets van Jezus hebben (vgl. Johannes 7:5, Marcus 3:20). Jezus is veracht, zélfs door Zijn eigen familie.

Ziet u David lopen, met zijn oude ouders aan de hand, op weg naar de koning van Moab? Dat is vergeving, genade. Ziet u Jezus hangen, aan het kruis, vol liefde voor Zijn moeder. ‘Vrouw, zie uw zoon.’ En ‘Zoon, zie uw moeder.’ Weet u ook dat Jezus na Zijn opstanding speciaal één op één verschenen is aan Zijn broer Jakobus? 

Weet u met welke letter het allereerste begin van de Bijbel begint? Met de letter beth. In de Nederlandse vertaling van Genesis 1:1 lezen we: “In het begin schiep God de hemel en de aarde” In het Hebreeuws is het ‘Beresjiet bara Elohim et hashamayim ve’et ha’aretz’

Beth 

De eerste letter van die Hebreeuwse tekst is dus een B oftewel ‘Beth’ in het Hebreeuws. En ‘beth’, kan ook betekenen: huis. In die letter ‘beth’, zeggen de rabbijnen zie je ten diepste wie God voor ons wil zijn: God als een huis. Laten wij aandachtig kijken naar die Hebreeuwse letter om dit te kunnen begrijpen. Die letter ‘beth’ ziet eruit als een soort vierkantje waaraan de linkerzijde ontbreekt. Boven, rechts en beneden is de letter gesloten. Alleen links is die ‘beth’ open. En dan moet u ook nog weten dat Joden niet zoals wij van links naar rechts schrijven, maar van rechts naar links. Dus die letter ‘beth’ is open naar de kant van alle volgende letters en woorden, open ‘naar de toekomst.’

Wat een bijzondere gelijkenis over God is dit. Jezus heeft dit vervuld. Door Zijn komst op aarde, komt God naar ons toe. Jezus is als een huis om in te wonen! Als een huis biedt Hij warmte aan, gastvrijheid, veiligheid en bescherming. Een dak boven ons hoofd. Zo is Jezus. Beschermend. Beschuttend. Een steun in onze rug. Zo is Jezus. Hij staat achter ons. Hij ziet niet om naar ons zondig verleden. Hij is de muur, waar wij op kunnen rusten. De grond onder onze voeten. Zo is Jezus. Hij draagt ons, als wij struikelen en vallen. Op Hem kunnen wij bouwen. Jezus. Een dak boven mijn hoofd. Een steun in mijn rug. De grond onder mijn voeten. Met Hem ligt de toekomst voor mij open.

Beth zw 

 

Geliefde gemeente. David brengt zijn ouders en die 400 mannen in veiligheid, maar de Zoon van David brengt veiligheid aan de de hele wereld. Geen tijdelijke veiligheid, maar een eeuwige veiligheid. Als u buigt voor Jezus en gelooft in Hem als Verlosser, bent u geborgen voor tijd en eeuwigheid. Er is geen ‘anak bawang’ in de ogen van de Hem. Iedereen telt. Iedereen is welkom. Geef het ook door aan anderen, want bij Hem is er plek voor meer dan 400 mensen.

Als het aan Isaï had gelegen, zou God niet verder zijn gegaan met Zijn werk in zijn familie. Isaï liet David erbuiten, maar God trok David erbij. David werd de stamvader van het koningshuis van David. Dat koningshuis liep op de klippen, doordat de koningen God uit het oog verloren en andere goden achterna liepen. De stamboom van Isaï werd door God omgehakt. Maar uit de stronk die overbleef, uit die afgehouwen stronk van Isaï, is weer een Takje gaan groeien. De Messias is gekomen, Jezus de grote Zoon van David.

Stump of Jesse 

Op deze derde Adventzondag danken wij God voor het voorbeeld van David, de zoon van Isaï en een voorvader van Jezus. Laten we op weg gaan, net als Isaï en zijn vrouw, op weg naar de veiligheid, naar een plaats van rust. De Messias, de Zoon van David, onze Here Jezus Christus, richt onze voeten op de weg van Zijn vrede. Amen.