Jozua 2:1-14
“Laat het los, laat het gaan, het roer moet om, ja dat moet…” Dat was het lied dat mijn 5-jarige nichtje vol enthousiasme zong tijdens haar bezoek bij mijn gezin enkele jaren geleden. Het was haar favoriete lied van kinderfilm Frozen.
Met grote gebaren zette ze de zinnen die ze zong kracht bij. Wat hebben we toen allemaal genoten van haar mooie optreden.“Laat het los, laat het gaan…” Maar wat een krachtige woorden komen er uit de mond van zo’n lief schattig meisje. Iets moeten loslaten lijkt soms wel het moeilijkste wat er is. Herkent u dit ook?
Wij mensen hebben de neiging om alles zo lang mogelijk vast te houden. Het liefst stoppen we alles in een grote doos en schrijven daar met grote letters ‘Van mij!’ op. Vooral als het gaat om de liefde van je leven of je kind. ‘Van mij!’ En je wilt het ’t liefst nooit meer loslaten. Toch hoort loslaten bij het leven. Je wordt volwassen en laat je tienertijd achter. Je bent klaar met je studie en gaat een nieuwe fase beginnen: full time werken. Uw kind groeit op, wordt zelfstandig. U verliest uw partner. Ineens moet u een andere baan zoeken. U kunt niet langer thuis blijven wonen, omdat het niet meer gaat. Loslaten is niet makkelijk. Dat komt omdat we graag alles onder controle willen houden. Wij willen zekerheid in onze handen hebben. Of misschien zijn we onzeker of bang voor wat komen gaat als we iets loslaten.
Vandaag lezen we over Rachab. Rachab is een prostituee. De Bijbel vertelt niet hoe Rachab in de prostitutie terecht is gekomen. Het kan zijn dat haar vader haar verkocht heeft of dat de familie veel schuld had dat zij op deze manier de familie moest helpen. De kans is klein dat zijzelf deze keuze gemaakt heeft, aangezien het leven van vrouwen toentertijd bepaald werd door de mannen om hen heen. Rachab leeft haar leven. Is ze er gelukkig mee? Wie zal het zeggen? Ben je gelukkig als je gebruikt wordt door de ene na de andere man? In de stad zal ze niet bepaald een vrouw van aanzien zijn geweest. Zij staat aan de rand van de samenleving.
Rachab heeft nu een eigen woning, zoals zoveel woningen gebouwd tegen het bovenste stuk van de stadsmuur, zodat de woning in feite een stuk van de muur zelf is, met ramen aan de kant van de stad en aan de buitenkant.
Het leven van Rachab gaat zoals het gaat... totdat alles voorgoed verandert. In Jericho, de stad waar Rachab woont, gaat het nu de hele dag over de Israëlieten. Iedereen is ermee bezig. Iedereen is doodsbang. ‘Weet je wat er gebeurd is toen ze uit Egypte wegtrokken? Ze kwamen bij de Rietzee en die hele zee week uiteen! De zeebodem kwam droog te liggen en ze konden zomaar naar de overkant lopen! Dat volk beschikt over bovennatuurlijke krachten!’ Iemand anders weet weer andere dingen: ‘Geen enkele koning heeft standgehouden voor die Israëlieten. Ze zijn allemaal verslagen. Zelfs die machtige koningen van de Amorieten: Sichon en Og, ze hielden geen stand. Die Israëlieten hebben een bijzondere God. Dat kan niet anders.’ Steeds meer mensen in Jericho raken in paniek. Rachab, ze hoort het allemaal en ze ziet het gebeuren. Ook zij is doodsbang: deze stad heeft geen toekomst meer. En als de stad ten onder gaat, wat zal dan haar eigen lot zijn? Maar dan, op een dag, terwijl de zon al daalt, wordt er aan de deur geklopt.
Twee vreemde mannen komen binnen. Ze zijn twee Israëlitische spionnen. Misschien vraagt u zich af. Wat doen die twee spionnen in een bordeel? Het ligt voor de hand dat die twee spionnen expres naar het huis van een prostituee zijn gegaan omdat dat niet opviel. Daar kwamen wel vaker mannen die op doorreis waren. Bovendien stond het huis van Rachab op de muur: in geval van nood hadden ze een vluchtweg.
Als die twee mannen binnenkomen, en Rachab gaat beseffen wie dat zijn, dat ze spionnen van Israël zijn, dan staat ze voor een enorm dilemma. Blijft ze trouw aan haar eigen volk, haar eigen stad, haar eigen mensen? Blijft ze trouw aan haar oude wereld, die wereld die op het punt staat te verdwijnen? Blijft ze trouw aan haar goden, de goden waarvan nu blijkt dat ze machteloos staan tegenover die God van de Israëlieten? Of kiest ze ervoor om haar leven te leggen in de handen van die God van Israël, die God die wonderen doet, die God die Zijn volk leidt?
Meestal zijn mensen geneigd om solidair te zijn vooral aan mensen van dezelfde afkomst, dezelfde (vrienden)groep, dezelfde stam, hetzelfde volk. Zelfs ondanks dat ze fouten hebben gemaakt. Zoals een uitspraak die wij misschien ooit hebben gehoord: ‘Wright or wrong is my country’. Dit is echter een verkeerde solidariteit.
Rachab moet beslissen. Het is het één of het ander. Of ze levert deze twee mannen uit aan de koning van de stad, of ze helpt deze twee mannen om te vluchten. Rachab kiest voor het laatste. Ze doet dat met gevaar voor eigen leven. De twee mannen verbergt ze boven op het dak van haar huis, onder de vlasstengels die daar uitgespreid liggen.
En tegen de boodschappers van de koning zegt ze: ‘Snel! Ze zijn nog net voor het sluiten van de poort de stad uit geglipt. Ze zullen nu op weg zijn naar de Jordaan, want aan de andere kant van de rivier ligt het legerkamp van Israël. Als je hard loopt, kun je ze nog inhalen!’
Rachab laat haar oude wereld los en vertrouwt zich toe aan de God van Israël. Datgene wat ze heeft gehoord, dat is voor haar genoeg. Ook al kent ze deze God nog niet persoonlijk, ook al weet ze nog zo weinig, toch waagt ze de stap van het geloof. In Hebreeën 11 wordt Rachab genoemd onder de geloofshelden van het Oude Testament. Haar leugen tegen de boodschappers van de koning wordt niet geprezen, maar wel haar geloof om de spionnen te helpen. Hebreeën 11:31: ‘Door haar geloof ontving de hoer Rachab de verkenners gastvrij in haar huis en is ze niet met de ongehoorzame inwoners van haar stad omgekomen.’ Ja, zo is het: deze stap van Rachab heeft zegenrijke gevolgen. Terwijl de stad helemaal ten onder gaat, is er voor Rachab een nieuwe toekomst. En niet alleen voor haar: door haar geloof wordt ook haar hele familie gered.
Rachabs huis op de muur wordt een soort Ark van Noach. Wie in dat huis is, is veilig en overleeft de ramp. Uiteindelijk wordt Rachab opgenomen in het volk Israël. Zij trouwt met een zekere Salmon. Rachab en Salmon worden voorouders van koning David, en daarmee van Jezus, de Messias. Dit lezen we aan het begin van het Nieuwe Testament, in Matteüs 1:5. Wat een overvloedige genade is dit.
Als Rachabs leven op instorten staat, reikt God haar de hand. Door de geruchten in de stad weet ze over de macht van God. En doordat de twee spionnen naar haar huis komen, krijgt ze de kans om te kiezen voor JAHWE, de God van Israël.
Rachab heeft geleerd om los te laten, om haar oude leven achter zich te laten en zij liet zich vasthouden door de God van Israël. Voor haar is er een deur opengegaan, een deur naar de toekomst. Die toekomst bleek zoveel mooier, zoveel rijker dan haar verleden ooit was geweest of had kunnen worden.
Vandaag staan wij ook op de grens. De grens van een oud jaar dat langzaam wegtikt en een nieuw jaar waarvan we de voetstappen al kunnen horen.
Hoe zit het met u vandaag? Wat gebeurde er in uw leven, in jouw leven in 2021? Je kunt krampachtig vasthouden aan het oude, aan wat je altijd houvast heeft gegeven. Je kunt helemaal opgaan in de dingen die in dit leven zo belangrijk lijken te zijn: je huis, je baan, je carrière, je uitstraling, de aandacht die je krijgt op social media. Het kan je allemaal in beslag nemen. En God zegt niet dat je niet aan sport of hobby mag doen of niet op social media mag zitten. Maar besef je wat werkelijk van belang is in dit leven? Staat Christus in het centrum van ons bestaan? (zoals wij als gemeente dit jaar hebben bezonnen in de prekenserie). Vandaag is de vraag: wil je je oude leven achter je laten? Durf je om los te laten? En wil je je leven toevertrouwen aan de Heer Jezus Christus?
De coronapandemie laat ons zien dat wij niet alles in onze handen hebben. Wij hopen en bidden dat het jaar 2022 een jaar mag zijn waarin deze wereld niet meer in de greep is van het coronavirus, en met alle gevolgen die het met zich meebrengt. Wij hopen en bidden dat wij weer met zijn allen in de kerk kunnen zijn. Wij weten niet wat de toekomst brengen moge, maar wij weten wel in wiens hand de toekomst ligt: in de hand van onze Heer Jezus Christus. Laten we daarom onze overmoedigheid, onze controledrang, onze trots en twijfel los om vastgehouden te worden door onze Heer, op weg naar Zijn toekomst.
Laten we aan het eind van dit jaar een zelfreflectie doen. Elk jaar die wij hebben geleefd zoals het jaar 2021, brengt ons dichter bij de ontmoeting met God, hetzij dat God ons roept naar Zijn eeuwige huis, hetzij Jezus terugkomt voor de tweede keer. Maar de belangrijke vraag is: heeft dit jaar, 2021 u, jou en mij ook dichter bij Gods hart gebracht?
Vandaag is het Oudejaarsavond. Neem de tijd om terug te blikken en te zien wat God heeft gedaan, om Gods zegeningen te tellen en te benoemen en God daarvoor danken, om Gods vergeving te vragen voor onze tekortkomingen en zonden.
“Laat het los, laat het gaan… het roer moet om, ja dat moet…” Dat lied van mijn 5-jarige nichtje klinkt sterker aan het eind van het jaar. Laten we, net als Rachab, het oude los laten om vastgehouden te worden door onze trouwe, machtige, en liefdevolle Heer op weg naar het nieuwe jaar 2022. Moge God ons allen zegenen als wij zometeen de grens oversteken naar het nieuwe jaar.
Amen