Jesaja 2:1-5 

Broeders en zusters, gemeente van onze Heer Jezus Christus,

De woorden als ‘verwachten, waakzaam, verlangen en hopen’ horen wij vaak in deze vier weken van Advent waarin wij voorbereiden op het Kerstfeest, de geboorte van Jezus Christus. We beginnen aan een hoopvolle tijd. We zien hoopvol uit naar de komst en de wederkomst van Christus.   

Verwachting is een woord dat vooruit wijst en vooruit kijkt. Het gaat over durven kijken met je hart en je ziel, juist als er heel weinig uitzicht in je leven is. En dat uitzicht is er in ons leven nu eenmaal vaak niet.

Want we leven in deze tijd vol spanning en zorgen vanwege de coronacrisis. Er is verdeeldheid in de samenleving, gezinnen en vriendenkringen die uit elkaar vallen. Ik las ergens in een artikel dat kinderen of kleinkinderen niet meer welkom zijn bij opa en oma omdat ze niet gevaccineerd zijn.

Een van de dingen die mij, wellicht ook u verdrietig maak, is het feit dat de groeiende polarisatie in de Nederlandse samenleving tussen gevaccineerden en ongevaccineerden, ook de christenheid in Nederland steeds meer in haar greep krijgt. En weet u wat ik op hoop? Dat dit fenomeen niet binnen de GKIN gaat gebeuren.

Broeders en zusters,

In deze onzekere, spannende situatie op deze tweede Adventzondag lezen wij het visioen van profeet Jesaja over verwachten en hopen. De profetische stem van Jesaja zit vol toekomstperspectieven. We blijven hopen op een toekomst zonder oorlog of geweld, wij blijven uitzien naar vrede en gerechtigheid.

Er komt een dag, dan zullen de volken samenstromen, zegt Jesaja. Niet om oorlog te voeren, maar om zich door Gods wet en geboden te laten leiden. “Hij (God) zal rechtspreken tussen de volken, over machtige naties een oordeel vellen. Zij zullen hun zwaarden omsmeden tot ploegijzers, hun speren tot snoeimessen en geen mens zal meer weten wat oorlog is”.

Dat zijn machtige woorden. Waar haalt Jesaja dat vandaan? Dat is één vraag, belangrijker is misschien wel, wie heeft hij er mee op het oog? Aan wie zijn deze woorden gericht?

Het visioen van de vrede, de gedroomde tijd dat niemand meer weet wat oorlog is, de oproep om van een zwaard een ploegschaar te maken, van oorlogstuig een werktuig. Vrede is een verwachtingswoord dat telkens weer mensen aanspreekt en tegelijk is vrede, echte vrede is moeilijk om te doen. Daarom moet de verwachting worden bekleed met hoop en dat wij mensen iets moeten gaan doen met deze verwachting.

Broeders en zusters,

Hierin nodigt De bijbel ons uit om altijd meer te verwachten dan kan, om het onmogelijke te verwachten, en dan zal het blijken mogelijk te zijn. Want Bijbelse hoop en verwachting hebben niets te maken met fatalisme of vals optimisme. Het is een realistische hoop, het vaste geloof, het ongeschokte vertrouwen, dat kan wat niet kan, dat gebeuren zal wat niet voor mogelijk wordt gehouden.

Het is ook het op zich nemen van de moeilijkheden en de crisis en de soms lange weg te gaan. Soms duurt die weg 4 weken, soms 40 dagen, maar soms ook 40 jaar door de woestijn. Dat dat ons niet laat stilstaan of achteruitgaan of in verdeeldheid leven.

Broeders en zusters,

We moeten in vertrouwen blijven vooruitgaan op de weg van de Heer. "Kom, laten optrekken, naar de berg van de Heer, naar de tempel van Jakobs God. Hij zal ons zijn wegen wijzen en wij zullen zijn paden bewandelen... Kom, laten we wandelen in het licht van de Heer" (Jesaja 2,3.5).

Jesaja roept ons op om te geloven en verder gaan, om in beweging te komen want zonder geloof is alle activiteit tot mislukken gedoemd, zonder geloof heeft dit leven geen fundament, zonder geloof is er alleen maar oorlog en geweld tussen mensen. Zonder Gods Woord, zonder de Thora, de wegwijzers van God, blijft alleen het recht van de sterkste over. Als God doodverklaard wordt in onze wereld, gaat het er ook met de mens slecht aan toe.

Broeders en zusters,

Het bijzondere in deze lezing is dat al die mensen zich daar vrijwillig verzamelen. Ze worden niet gedwongen. Ze vluchten er niet naar toe, voortgedreven door geweld, of angst. Nee, het is een reis uit eigen beweging. Ze worden gelokt door die hoge berg. In werkelijkheid is de tempelberg helemaal niet hoog. Rondom Jeruzalem zijn bergen, hoger dan de tempelberg. Maar hier, in het visioen, torent de tempelberg boven alle andere bergen uit. Verheven boven de heuvels, hoger dan alle bergen (vs.2).

Nadat het visioen weergegeven is staat er in Jesaja 2:5 een oproep aan de mensen die het gehoord hebben: Nakomelingen van Jakob, kom mee, laten wij leven in het licht van de HEER. Inderdaad: zo begint het, vrede op aarde, het begint bij ons, die in Jezus het licht van de HEER ontdekt hebben. Laten wij leven in dat licht.

Broeders en zusters,

We zijn steeds onderweg in ons leven, met ups en downs in deze tijden van coronapandemie, zowel elke mens als de gelovige in het bijzonder. Onderweg zijn betekent ergens naartoe gaan, het is verwachten, uitzien naar iets.

De pandemie raakt ons allemaal heel verschillend, sommigen keihard, anderen nauwelijks. De één is bang, de ander uiterst voorzichtig, de meeste mensen volgen de adviezen op en sommigen zijn van mening dat het allemaal onzin is. Hoe u of jij deze periode ook ervaart, het is belangrijk om op de een of andere manier uitzicht te hebben op een doel en alles in dat geloofsperspectief te blijven zien.

Wat betekent dit voor ons? Verwachting is iets wat een actieve meewerkende houding vraagt. Dat is precies het wezen van de profetie. Profeten treden op om mensen in beweging te brengen. Profeten, Bijbelse profeten, zijn geroepen om mensen te mobiliseren voor iets goeds. Verwachting schept zijn eigen vervulling. Het visioen van vrede is er om van ons vredestichters te maken. Een belofte brengt je in beweging.

Je kan bijvoorbeeld zeggen: ‘Ik kan de wereld niet veranderen’. Maar dat betekent niet dat je niet iets anders kan doen in de wereld. En dat laatste is zinvol, hoe dan ook. Je kan je naar die verwachting gaan voegen, nu al, in al het kleine en onbetekenende en rommelige en marginale wat je kan doen. U, jij, ik en geen ander.

U en ik, we kunnen de wereld niet veranderen, maar wees op je hoede dat de wereld jou niet verandert. Dat je zegt, het wordt toch niks, het kan toch niet – vrede is een onbereikbaar ideaal. De belofte van vrede, de verwachting van de komst van de Heer, vraagt van ons om ons daar naar te schikken. Dan werken we mee aan haar eigen vervulling.

Vanuit de Bijbel worden wij opgeroepen om niet alleen maar af te wachten, maar om actief te verwachten. Van wachten word je moe, sloom en depri. Zeker als het langer duurt dan je had gedacht. Verwachten en uitzien naar houdt ons scherp en richt ons op de komst van de Heer, op een betere wereld.

Bovendien geeft Hij ons instructies: Houd bij elkaar het verlangen en de hoop levend! We kunnen de wereld niet veranderen. We kunnen het aantal covid patiënten niet omlaag brengen maar we kunnen iets doen, hoe klein het ook is om te schikken aan de verwachting op de toekomst. Zo bereiden we ons vol verwachting voor op de komst van onze Heer en op de geboorte van Jezus, Gods geliefde Zoon.

Amen.

 

Vragen ter verdieping:

  1. Welke verwachting heb je in deze tijd en wat zou je er mee kunnen doen?  
  2. Ben je ooit moe geweest van het wachten op de vervulling van Gods beloften? Wat heb je toen gedaan?
  3. Waarom moet je altijd in geloof op de Heer verwachten?