Bijbellezing: 1 Korintiers 1:7-9

Beste broeders en zusters in de Heer Jezus,

Vandaag vieren we de eerste week van de Advent. Advent staat bekend als tijd van verwachting. En in de tijd van de Verwachting (Advent) zijn er meestal verschillende verwachtingen die naar boven komen. Laten we eens kijken wat er gebeurde met een moeder, Maya genaamd, tijdens het verwelkomen van Advent. (Videobeelden)

De viering van Advent dit jaar verschilt niet met die van vorig jaar en is nog steeds in een pandemische sfeer. De tijd van Advent die meestal sereen, vredig, vol vreugde en drukte met  voorbereidingen op Kerstmis is, zoals wat er gebeurde met mw Maya in de videoclip eerder,is het verwelkomen van Advent slechts een dagdroom. Wanneer deze droom vervaagd, worden we geconfronteerd met de echte realiteit.

Voorheen konden veel mensen na vaccinatie opgelucht ademhalen en hopen. Maar nu worden we weer overschaduwd door een onzekere situatie. Het niveau van herbesmetting is hoog en ziekenhuizen zitten ook vol met patiënten. Nu, niet alleen volwassenen, maar ook kinderen, velen worden  getroffen door Covid. In Nederland geldt momenteel een beperkte lockdown.

Veel mensen vragen zich weer af. Waarom komt de Corona nog steeds voor en bedreigt het mensenlevens, ook al zijn de meeste mensen ingeënt? Hoe lang zal deze pandemie duren? Enige tijd geleden hoopten we allemaal dat deze pandemie voorbij zou zijn. Sommigen van ons hadden al een agenda of plan voor de toekomst gemaakt.

Maar wat is er gebeurd? De besmettingen komen terug. Veel persoonlijke en gezinsagenda's moeten worden aangepast of herschikt: school, werk, bedrijf of vakantie. Evenzo met de bediening in de kerk, is het moeilijk om een ​​programma te maken of te plannen voor de komende maanden. Alles is volkomen onzeker en moeilijk te voorspellen.

Broeders en zusters, een van de meest onaangename ervaringen van het leven is leven in onzekerheid. Omdat wij mensen de neiging hebben om dit leven te willen beheersen. We willen dat alles geregeld is en er zekerheid is . Maar de realiteit is nu dat wij, vooral de mensen die in Nederland wonen, van de ene persconferentie naar de andere moeten leven.

Het is natuurlijk en menselijk dat we ons door deze situatie moe en machteloos voelen, want wat voor ons ligt, is iets waar we geen controle over hebben en dat 'onaangenaam' is om mee te leven. Maar we moeten blijven strijden om dit leven te leven. En herinnert Advent ons er niet aan dat de ware aard van het christelijk leven zo is. Dat wil zeggen, Christenen leven tussen "reeds" en "nog niet" ("reeds" maar "nog niet")

Enerzijds zijn we dankbaar dat God vleesgeworden is in Jezus, “reeds” in de wereld kwam, als Verlosser om mensen en deze wereld te verlossen en te redden. Maar aan de andere kant is Hij "nog niet" voor een tweede keer gekomen om het werk van redding te vervullen en herstel voor deze wereld. Wijlen ds. Eka Darmaputera zei hierover: "We leven tussen twee tijden van Advent": de eerste en de tweede Advent.

En inderdaad, in de Bijbel, vooral het Nieuwe Testament, is er veel te zeggen over onze situatie. Er zijn verschillende soorten metaforen of stijlfiguren die worden gebruikt om deze situatie te beschrijven. De apostel Paulus zei bijvoorbeeld dat we nu God "reeds" kunnen zien, dat we God "reeds" kunnen kennen - maar zoals door een glas of een wazige spiegel. Het lijkt zichtbaar, maar het is "nog" niet duidelijk. Later, volgens de apostel Paulus, als de Heer Jezus terugkomt, zullen we Hem van aangezicht tot aangezicht aankijken (1 Kor 13:12)

Dus op dit moment is ons leven "onaangenaam" en "onveilig" omdat we alleen door een wazige spiegel kunnen kijken. Dit is echter een proces waar we allemaal doorheen moeten.

De Bijbel vergelijkt het christelijke leven ook met een atleet die aan een wedstrijd meedoet. Een marathonloper die loopt en de finish nog niet heeft bereikt. Hoe zou die zich voelen? Lekker? Zeker niet. Er is een overweldigend gevoel van uitgeputheid of moeheid.

Zo ook met de levensreis vandaag de dag. Vaak hebben we het gevoel dat we niet meer sterk genoeg zijn om door te gaan. We voelen ons machteloos en niet meer in staat. Soms roepen we uit zoals de psalmist: "Hoe lang nog, o Heer, hoe lang nog?" We willen dat alles snel voorbij is. Maar voordat we de eindstreep halen, moeten we nog even doorstrijden.

Maar, broeders en zusters, hoe voelen we ons als we de finish halen en de wedstrijd winnen? Natuurlijk is er tegelijkertijd geluk, vreugde en trots! We zullen alle uitgeputheid en harde strijd vergeten die we hebben doorgemaakt. Maar dat komt later! Voor nu moeten we nog even door strijden in de tijd van verwachting.

Broeders en zusters, het is heel interessant wanneer de apostel Paulus een andere beeldspraak gebruikt, namelijk die van een vrouw die barensweeën ervaart. Voor moeders die op natuurlijke wijze kinderen hebben gekregen, en geen operatie, weten hoe dat voelt. Wat betreft de vaders en ik zullen natuurlijk nooit de ervaring van een bevalling voelen.

Maar wij vaders kunnen ons alleen maar voorstellen hoeveel onze vrouwen moeten vechten en enorme pijn moeten ervaren. Ik herinner me de ervaring van het verwachten van ons eerste kind. Op dat moment moesten we wachten op de komst van de dokter, Santi, mijn vrouw moest hard vechten om de pijn te verdragen om te kunnen bevallen. Ik voelde me toen hulpeloos en kon alleen maar bidden. Doch, broeders en zusters als de verwachte baby wordt geboren en  het geluid van het huilen wordt gehoord zal daarmee de moeder alle pijn en lijden tijdens de bevalling vergeten, en dan voelt ze alleen maar geluk en vreugde.

Het is niet gemakkelijk te leven in een tijd van verwachting, het vergt strijd.

Wijlen Eka Darmaputera herinnerde eraan dat er twee grote verleidingen zijn voor Christenen in hun tijd van verwachten:

Ten eerste, zeggen dat alles "nog niet" is. Omdat de situatie "nog niet", ons onvoorzichtig kan maken. We kunnen gemakkelijk een compromis sluiten met de zonde en toegeven aan de zonde. Soms geven we het op en verliezen we zelfs voordat we vechten. We redeneren door te zeggen: "We leven nog in deze wereld, en nog niet in de hemel" of "Immers wij zijn toch  mensenn, geen of nog geen engelen".

Het is "nog niet", maar niet alleen "nog niet". Vergeet niet dat er "reeds" Een is. Jezus is “reeds” gekomen, is aanwezig en is bij ons. De apostel Paulus zei: "Dus wie in Christus is, is een nieuwe schepping... (2 Kor 5:17). Met de komst van Christus veranderde er dus iets fundamenteels: de dingen zijn niet meer zoals ze waren, het oude  is "reeds" voorbijgegaan.

Christenen mogen  niet zijn zoals iedereen in deze wereld, alsof Christus "nooit" is gekomen. We moeten aan deze wereld getuigen dat er een verandering in ons leven heeft plaatsgevonden. We moeten laten zien welke positieve veranderingen er in ons leven plaatsvinden als we "reeds" de Heer Jezus aanvaarden en Christenen worden.

Ten tweede, zeg dat alles "reeds" is. Er is een groep Christenen die de realiteit van deze wereld niet willen toegeven: die zonde bestaat nog steeds. Dat Satan en de macht van het kwaad nog steeds zeer actief en zeer sterk is. Dat mensen toch in zonde kunnen vallen. Dat we zelf nog in zonde kunnen vallen. Wat is dan de vorm van deze tweede soorten verleiding?

Ten eerste, geestelijke/spirituele trots. Voel jij jezelf heiliger en rechtvaardiger dan anderen, voel jij jezelf de meest ware Christen. Dan is het gemakkelijk om anderen de schuld te geven of te veroordelen. En realiseer jij je niet dat in feite alle mensen hetzelfde zijn zolang ze in deze wereld leven: blijf ongerust en bezorgd en kwetsbaar voor de verleidingen van de boze. Wie dan ook kan nog steeds in zonde vallen.

Ten tweede kan hij anderen die hem onrecht hebben aangedaan niet verontschuldigen of vergeven. Vergeet niet, dat iedereen nog steeds in zonde kan vallen. We moeten deze realiteit accepteren en ons verontschuldigen. We moeten van Jezus leren dat het er niet toe doet hoe vaak mensen vallen, maar hoe ze weer opstaan ​​na hun val.

We vinden het moeilijk om anderen te vergeven, waarbij we ons soms niet realiseren dat we zelf schuldig kunnen zijn, en daarom ook begrip en vergeving van anderen nodig hebben.

"Ja, maar nu nog niet. Nog niet, maar nu al." Dat is de dialectiek van het christelijk leven. In onze lezing van 1 Kor 1:7-9 is dit duidelijk te zien. Enerzijds hebben we, zolang we in deze wereld leven, de mogelijkheid gekregen om van verschillende soorten van Gods prachtige gaven te genieten.

Er staat in vers 7: "... het ontbreekt u aan geen enkele genade gave..." .Maar laten we niet zelfgenoegzaam zijn.We moeten nog wachten op de openbaring van onze Heer Jezus Christus.We moeten doorgaan en voorzichtig lopen.En "Hij zal u ook sterken tot het einde toe, zodat u onberispelijk zult zijn, in de dag van onze Heer Jezus Christus."(vers 8).

Dat wordt gezegd, want we zijn er nog niet. Paulus realiseerde zich dat er op die reis veel verzoekingen waren. Jezus is echter gekomen. God heeft Zijn genadevolle gaven gegeven. Daarom is het niet nodig om verslagen te worden, niet te verliezen, in feite niet te mogen verliezen! Het is niet goed, maar er is een zekerheid. We zullen zeker overwinnen. Omdat Jezus niet alleen nog niet is gekomen, maar reeds is gekomen en bij ons is.

Wees daarom in de tijd tussen "die er reeds ist" en "die nog niet" is, tussen de realiteit dat "Christus  al is gekomen" en er is hoop "dat Hij nog een tweede keer zal komen" niet alleen gevuld met klachten en niets doen. Laten we verwachten terwijl we strijden!

Broeders en zusters, laten we de Adventstijd van dit jaar met vreugde verwelkomen. Het is een mooie en spannende tijd om je voor te bereiden op Kerstmis. Versier het huis en bak taarten of schrijf kerstkaarten. Maar laten we de voorbereiding (op ware betekenis van Kerst) niet vergeten die belangrijker is en het belangrijkste is om ons hart voor te bereiden. Moge deze adventstijd voor ons een tijd zijn om naar onszelf te kijken en de relatie met God en anderen te herstellen.

Ik sluit de preek van vandaag af met een belangwekkende videoclip over de betekenis van een strijd. Laten we kijken…

Broeders en zusters, wat is er zo belangwekkend aan deze video? Omdat de muts van het meisje was gevallen had ze een probleem en daarom huilde ze. Maar zij stopte niet met dansen en tvervolgens stapte ze van het  podium. In haar verdriet bleef ze dansen en vervulde ze haar rol als danseres tot het einde.

De realiteit van het verwelkomen van Advent dit jaar is misschien niet wat we hadden verwacht. Veel beperkingen, uitdagingen, verlies en misschien ook verdriet. Maar net als het kind in de video geven we niet op of verslappen we niet, maar blijven we strijden tot het einde. Laten we blijven dansen in de “storm” omdat we de zekerheid en hoop hebben op de wederkomst van Christus. Voortdurend blijven strijden in de Verwachting. God zegene ons.

AMEN.