Johannes 11:17-27, 32-40, 44

Geliefde broeders en zusters van de Heer en die de Heer lief heeft,

1.

‘Gelukkig zij die treuren want ze zullen getroost worden’ (Mattheus 5:4). Zo luidt onze aanvangsttekst aan het begin van deze dienst. Tevens is dit het thema van deze verkondiging rondom rouw en verdriet, zoals beloofd in de dienst van twee weken geleden.  We kijken eerst naar de tekst van Matteus 5:4, daarna naar het verhaal waarin Jezus zich te midden van rouw en verdriet bevindt. Vervolgens bekijken we ook wat inzichten vanuit een wat meer psychologische invalshoek, dat wil zeggen rouwverwerking waar wij als kerk, als gemeente samen van kunnen leren en onze naasten kunnen bijstaan in hun verdriet en rouwproces.

2.

Broeders en zusters,

‘Gelukkig de treurenden want zij zullen getroost worden’. Het is een opvallende uitspraak van Jezus en Hij gebruikt hier een sterk woord. Een woord van veel emotie. Treuren. In het Grieks (pentheō) is treuren één van de sterkere uitdrukkingen voor droefheid, rouwen om, klagen, jammeren over, welke bijvoorbeeld wordt gebruikt bij het sterfgeval zoals er vermeld staat in Gen.37:35b: ’en Jakob treurde een lange tijd over zijn zoon, Jozef’. Wellicht is deze tekst herkenbaar voor ouders die hun kind op jonge leeftijd hebben verloren.  

Als het gaat om treuren denken we ook aan de profetieën van Jesaja over de Gezalfde (messias) die komt om mensen met gebroken hart te genezen (Jesaja 61:1d) en allen die treuren worden getroost (Jesaja 61:2c en 3a).  Jezus is de Gezalfde vreugdebode uit Jes.61. Hij is de Messias en Zijn bediening is de vervulling van het Oude Testament. In Hém is God vele mensen aan het troosten en genezen.  

Treuren of rouwen heeft een brede betekenis en kent verschillende vormen. Het gaat in rouwen niet alleen om het verlies van een naaste of een geliefde. Iemand kan ook rouwen om het kind dat je niet kreeg of niet mocht behouden. Treuren om de situatie waarin je beschadigd wordt door mensen of instanties. Maar iemand kan ook rouwen om het verlies van een woning, dierbare bezittingen of een bedrijf, een baan en een geliefd huisdier. Zelfs bij een overspel en echtscheiding kan er sprake zijn van rouw, hoewel velen op dat moment er zich niet van bewust zijn, doordat andere emoties, waaronder boosheid en teleurstelling hier meestal de boventoon voeren.

Een paar jaar geleden kwam ik er achter dat er een migratie-rouw bestaat, wanneer je je land, je familie hebt achtergelaten om je bestaan in een vreemd land op te bouwen. Zo vertelde een vrouw dat haar eerste levensjaar in Nederland in de jaren- 70 niet gemakkelijk was. Zij was erg eenzaam omdat ze hier alleen met haar man was, zonder familie en vrienden.

3.

Geliefde broeders en zusters van de Heer,

Het verhaal in Johannes 11 komt zo dicht bij ons eigen leven. Zeker in deze tijd waarin je niet bij je familie hier in Indonesie kan zijn en de online uitvaartdienst alleen via  beeldscherm kan volgen.

Vier dagen na dat Lazarus begraven is komt Jezus te voorschijn. Hij is wellicht aan de late kant denkt u dan. Was Hij eerder geweest dan had Hij Lazarus kunnen genezen, zijn leven kunnen sparen. Toch komt Jezus niet té laat. Uit het hele verband wordt duidelijk dat Hij heel bewust niet eerder maar juist nu pas binnenstapt. Juist nu, midden in de gebrokenheid en als alle hoop vervlogen lijkt, betreedt Hij het domein van de dood.   

We lezen ook dat Jezus huilde (vs.35). Het is de kortste zin uit de Bijbel. Jezus huilde bij het graf van zijn dode vriend en het verdriet van hen die achterbleven. Jezus huilt om het ongeloof in (en verzet tegen) zijn kracht. Jezus huilt omdat hij proeft wat Hem zelf te wachten staat op de weg naar Golghota. Het verhaal van Lazarus wijst op onze broosheid en het wijst ook naar wie Jezus is.

Zoals we lezen let Johannes veel meer op het indringende gesprek tussen Jezus en Martha, over leven en dood met daarin die ene sleutelzin: “Ik ben de opstanding en het leven,  zegt Jezus. Wie in mij gelooft zal leven, ook wanneer hij sterft”.  Dit is een troost voor Marta en Maria en ik geloof dit geldt voor ons allemaal.

Ook hoort u hier in dat Jezus niet alle gebrokenheid opheft. Maar juist in die gebrokenheid het leven wil zijn en het leven wil geven. Vandaar dat Hij bij Lazarus pas nu binnenstapt. Hij voorkomt niet alles en fixt niet alles. Maar juist door er bij te zijn te midden van waar wij doorheen moeten gaan is Hij de levensbron. Bij situaties zoals onverwachte acute ziektes en in processen van aftakeling en afsterven. Bij ervaringen van rouw, verlies, verdriet en pijn of door wat dan ook in ons menselijk falen. In dat alles, zegt Jezus, wil Ik daarin aanwezig zijn. Ik kan en Ik wil jullie troosten. Alleen we moeten de uitnodiging van Jezus wel met open armen ontvangen.

Broeders en zusters,

Tegelijkertijd voelt Jezus zich teleurgesteld en onbegrepen tussen de mensen die niet zien waar het in het leven wérkelijk om gaat. Hij voelt zich onmachtig. Het geklets irriteert Hem en wat moet Hij doen? Hij gaat bidden met de wetenschap dat Zijn leven verbonden blijft met het leven van zijn Vader in de hemel. Het gaat Hem niet om de dood, maar om het leven.                 

Natuurlijk is de dood onberekenbaar. Sterven betekent ten diepste: niet meer kunnen beschikken over jezelf, geen hand meer kunnen vasthouden van een geliefde. Het is iets definitiefs en er is geen uitweg, tenzij…... tenzij we de woorden van Jezus Christus vertrouwen. Ik ben de opstanding en het leven. Dat na ons aardse leven is er een eeuwig leven bij God. En dit geeft ons kracht om verder te gaan.

4.

Geliefde gemeente van onze Heer Jezus Christus,

Wat gebeurt er met u als u aan het treuren en rouwen bent?. Gevoelens van leegte en zich verlaten voelen, van angst en radeloosheid, van verbijstering, hulpeloosheid en verwarring worden ervaren. Gevoelens van boosheid en schuld. Maar ook: niets kunnen voelen en in shock zijn. Hoe weet je nu of het normaal is wat je voelt als je zo’n intens verdriet te verwerken krijgt?

De Bijbel zegt ‘Heb verdriet met wie verdriet heeft!’ (Rom.12:15b) en ik denk dat het goed is om een bekende fasering van Elisabeth Kübler-Ross over rouwproces erbij te nemen, opdat we onszelf en anderen kunnen bijstaan. Ze onderscheidt vijf fases:

  1. Ontkennen (u wilt en u kunt het niet geloven, u zit in een schoktoestand, tussen dromen en werkelijkheid, het dringt nog niet helemaal tot u door).
  2. Boos zijn (op de overledene, op de artsen, op uzelf omdat u de signalen niet hebt opgepikt)
  3. Onderhandelen (doelen stellen of beloftes doen als blijkt dat boos zijn niet helpt. U kunt in gebed gaan voor de dingen die u nog graag zou willen zeggen en doen).
  4. Depressief zijn (machteloos, sluit zich af voor contacten, terugtrekken)
  5. Heroriënteren (vinden van een zekere rust, weer genieten gaan van dingen, de lege plek blijft maar u bouwt uw leven stap voor stap weer op).

Deze fases verlopen niet altijd even ordelijk. U kunt terugkeren naar een eerdere fase, of al heel snel in een volgende fase terecht komen. En de duur van het rouwproces hangt erg af van de heftigheid van het verlies. 

Broeders en zusters,

Er is ook nog een andere benadering die goed kan helpen. In die benadering wordt gesteld dat je als rouwende vier taken hebt:

  1. Het aanvaarden van de realiteit van het verlies: het moet nog tot je doordringen; 2. Het doorleven van de pijn en het verdriet: het is echt noodzakelijk om de pijn en het verdriet te voelen.
  2. Het aanpassen aan een nieuw leven: je moet nieuwe patronen opbouwen, misschien nieuwe rollen op je nemen. 
  3. De overledene emotioneel een plaats geven en het oppakken van de draad van het leven.

Belangrijk in deze benadering is dat er gesproken wordt over ‘rouwtaken’. Het is hard werken en het kost veel tijd, geduld en energie.

5.

Geliefde broeders en zusters van Jezus Christus,

‘Gelukkig de treurenden want zij zullen getroost worden’. Jezus nodigt ons uit om tot Hem te komen met al ons verdriet en rouw en Hij belooft ons te troosten. Dan worden we gelukkig omdat er eeuwige troost is bij Hem. De vraag is hoe we als kerk in deze moeilijke periode kunnen doen om steun te geven aan gemeente leden en die hun familie leden hebben verloren? Op welke wijze laten we zien dat ze gedragen en getroost worden door God en mensen?

In social distancing op dit moment kunnen we minder doen dan we gewend zijn maar we kunnen zeker voor hen bidden. Want er komt zoveel af op iemand die rouwt, zoveel aan verdriet en angst en verwarring en ook gelegenheden waarbij verkeerde keuzes kunnen worden gemaakt. Want dat kan: dat je kiest voor isolement, voor bitterheid, voor zelfmedelijden, voor de slachtofferrol, voor het willen uitbannen van je emoties, voor wrok. Dat zijn allemaal gevaren. En daarin is de bescherming van Gods Geest absoluut onmisbaar. Dus laten we rondom onze broers en zussen die leven met ziekte en dood, met verdriet en rouw, muren van bescherming bouwen door te bidden.

Wat we moeten geven in een rouw is niet allereerst goede raad en advies, of onze visie op alles wat er gebeurd is. We zijn misschien geneigd om te denken dat troosten betekent dat je iets moet zeggen, iets bemoedigends, iets relativerends. Maar troost is allereerst dat je nabijheid biedt: door liefdevol aanwezig te zijn, door echt naar de ander te luisteren, door de ander te helpen met dingen die moeten gebeuren. Dat zijn allemaal manieren om nabijheid te bieden en zoals Jezus dat deed op weg naar Jeruzalem.  Zo mogen wij het ook doen op weg naar Goede Vrijdag en Pasen waarin we het lijden en de opstanding van Christus naleven. God zegen ons allen.  

Amen.

 

Vragen ter verdieping:

  1. Krijgen rouw en verdriet voldoende ruimte in jouw leven?
  2. Waar of waarin vind jij je troost? Welke plaats krijgen Gods Woord en gebed daarin?
  3. Laat je de emoties die daarmee zijn verbonden nog toe bij jezelf of druk je alles weg?
  4. Ervaar jij in jouw omgeving voldoende ruimte en openheid om over je rouw te kunnen spreken? Hoe zou dat komen?
  5. Wat zou jij voor andere rouwenden kunnen betekenen?