Johannes 17:20-26

Geliefde gemeente van onze Heer Jezus Christus, jongens en meisjes,

De mens is geschapen om te leven in relatie met de ander. Hij of zij mag er zijn, naast God, in een liefdevolle gemeenschap met Hem. Deze relatie tussen mens en God is alleen mogelijk door het geloof in Jezus Christus en door de Heilige Geest die in u en mij woont (Rom.8:11). Aan de andere kant zijn u en ik de gelovigen ook opgenomen in de heilige gemeenschap met de drie-enige God. Laten wij verder kijken naar Johannes 17:20-26.

Wij laten de apostel Johannes ons vandaag meenemen naar de bovenzaal waar Jezus bidt aan het eind van de laatste maaltijd die Hij met Zijn leerlingen houdt, voor de aanvang van Zijn lijden. Hij keek omhoog naar de hemel en begon te bidden tot Zijn Vader die ook onze Vader is!.

Toen Jezus tegen Zijn leerlingen gesproken had, keek Hij omhoog naar de hemel en begon te bidden. Jezus bidt voor Hemzelf, de leerlingen en alle mensen die in Hem zullen geloven als ze de blijde boodschap horen.

Jezus bad toen dus ook voor ons hier en nu, opdat allen één zijn zoals de eenheid in God en Jezus Christus. We worden binnengetrokken in een intimiteit van dit gebed die ons ver overstijgt: in de liefde die er is tussen Jezus en God die hij zijn Vader noemt. In het gebed dat Jezus uitspreekt, is het alsof Hij vanuit het diepst van zijn hart tot één smeekbede komt: dat zij allen één zijn, zoals U, Vader, in Mij (Jezus) en Ik (Jezus) in U (God, Vader).

Broeders en zusters,

Het valt op hoe vaak Jezus in deze verzen het woordje ‘in’ gebruikt om de eenheid en liefde aan te duiden: tussen de Vader en Hem, tussen Hem en zijn leerlingen, en tussen hen en zijn Vader. Met andere woorden, de eenheid waar Jezus voor de gelovigen om bidt, is in-eenheid. Hij bidt om eenheid in God, innige verbondenheid met God.

Door Jezus en zijn verbondenheid met de Vader zijn zij/wij, - mensen die later tot geloof gekomen - met Jezus en de Vader één. Het is duidelijk dat deze eenheid ook innige verbondenheid met elkaar betekent. Maar dat is niet het punt waarvoor Jezus hier aandacht vraagt.

De slotwoorden van Jezus’ gebed maken zijn bedoeling nog duidelijker. Hij zegt in vers 26 dat Hij aan al zijn leerlingen de Naam van zijn Vader bekendmaakt. Dat doet Hij, opdat de liefde van de Vader voor Zijn Zoon in Hen zal zijn. En Jezus in hen. Dat wil zeggen dat de Vaderliefde in hun hart is uitgestort door de heilige Geest (Rom.5:5).

Doel

Die eenheid met God maakt alle gelovigen samen één, zodat hun eenheid een getuigenis wordt van Gods liefde voor alle mensen. En omdat Jezus wil dat de hele wereld Hem zal erkennen als de Heer en als de Messias! Tot twee keer toe zegt Jezus hier: opdat de wereld gelooft dat U Mij hebt gezonden (21 en 23). En de wereld begrijpt/weet, dat U hen liefhad zoals U Mij liefhad. M.a.w.: alléén als de kerk één is, alleen dan zal de wereld in Christus kunnen geloven. Dán zal de wereld, de mensen die in ongeloof leven, geloven wie Jezus is.

Geliefde broeders en zusters van Jezus Christus,

Jezus vroeg God Zijn Vader om ons zo'n diepe intimiteit te geven, zodat we een intieme, heilige en liefdevolle relatie met God en anderen kunnen ervaren, zoals het wordt ervaren door de Vader, Zoon en Heilige Geest in  eeuwigheid.

Geliefde gemeente van onze Heer Jezus Christus,

Dit is de reden waarom wij geschapen zijn voor de gemeenschap met God, om ons met anderen te verbinden in een gemeenschap van liefde en eenheid door Jezus Christus. Bonhoeffer wijst er in Gemeinsames Leben terecht op dat we er doordrongen van moeten zijn dat de gemeenschap binnen de gemeente niet psychologisch, maar pneumatologisch van aard moet zijn. Dat we elkaar niet op de eerste plaats lief moeten hebben als mensen maar als broeders en zusters in Christus door de Geest. En Eugene Peterson is hierin bijna nog duidelijker als hij over de gemeente zegt;

De gemeenschap met elkaar is dus een gemeenschap van het kruis, dat we een gemeenschap zijn doordat wat onze Here Jezus deed aan het kruis? En dat kan een mogelijk moeizaam proces, een elkaar aanvaarden in het anders-zijn.

Wij kunnen getuigen door onze kerkgemeenschap als wij weten en ervaren dat wij aan elkaar gegeven zijn, niet om een groep te vormen, maar een gemeenschap, die het leven, de liefde, vreugde en verdriet met elkaar te delen. We delen onze zwakheden en onze zegeningen want wij zijn één in Hem, dus als de een pijn voelt, voelt de ander dat ook. En dat is de vraag of het zo is? Durven dichterbij en intiem te zijn in de relatie. in de zin van transparant, open en eerlijk. Daarin is de gemeenschap met elkaar een spiegelbeeld van de gemeenschap met de Drie-enige God. Zoals Psalm 133 zegt: ‘Hoe goed, hoe heerlijk, waar broeders en zusters bijeen wonen, daar geeft de Heer Zijn zegen”. Gemeenschap die ontdekt heeft hoe vergevend, genezend en bevrijdend het evangelie van Jezus Christus is, kan dat evangelie niet voor zichzelf houden. We zijn geschapen om een ​​biddende kerkgemeenschap te zijn!

Het Ministerium hoopt dan ook dat meer gemeenteleden elke woensdagavond om 19.30 uur zullen deelnemen aan gezamenlijk gebed als teken van eenheid van hart.

Wij zijn geschapen om Christus op het middelpunt te laten zijn in heel ons gezin, werk en bediening. Dat wij in Hem blijven en Hij in ons gedurende hele week.

Jezus bidt dat wij één zullen zijn opdat we op Hem zullen lijken en ook met Hem één zullen zijn.  En weet u wat er dan zal gebeuren? Dan zal de wereld Gods liefde zien door ons heen. Door onze onderlinge liefde en eenheid kunnen we getuigen van Gods liefde en eenheid. De Bijbel zegt het heel duidelijk in Johannes 13:34-35. “Hieraan zullen allen weten dat jullie Mijn discipelen zijn, indien u elkaar liefhebt.” Dit is het grootste getuigenis dat wij als gelovigen, als kerkgemeenschap kunnen geven aan de mensen om ons heen en de wereld.

Broeders en zusters,

De coronacrisis vraagt veel van de samenleving. Deze onzekere tijd heeft denk ik z’n weerslag op u en mij tot nu toe. In gesprekken met gemeenteleden merk ik dat iedereen het anders beleeft en misschien ervaart u ook dat u iets meer naar binnen gericht is, terwijl de focus normaal gesproken op God, elkaar en de omgeving ligt.

Een ouderling van Tilburg in een gesprek over de corona zei: Als de buitenkant, in dit geval wordt bedoeld; de zondag dienst, de samenzang en het fysieke contact wegvalt, wat blijft er dan over? Dan is de vraag of de binnenkant krachtig is.

Ik denk dat er wat in zit in deze woorden. En dat is wat Jezus bedoelde met één in Jezus en Vader en wij in God door Jezus Christus. Dat ons leven geleid zal worden door de heilige Geest..

 

Een uitdaging voor de GKIN is hoe je een liefdevolle gemeenschap in eenheid kan zijn in deze corona tijd? Hoe kun je kerk zijn in de corona tijd? Toch hopen dat er via OLE mensen zich met elkaar verbonden kunnen voelen.

Christus plaatst ons leven binnen het mysterie van de Drie-eenheid, nodigt ons uit te delen in zijn zending en inspireert ons tot het geven van een getuigenis in de wereld van vandaag. Wat we mogen, kunnen en moeten betekenen voor elkaar en voor de wereld om ons heen, putten we uit onze band met Christus.

Laten wij als kerk, of laten kerken het geloof hebben dat echte gemeenschap alleen te vinden is in de Drie-enige God, die zich in Christus aan ons geeft, en zich met ons verbindt om ons krachtig te maken  in de goddelijke liefde.

Laten we een licht zijn voor elkaar en voor de wereld om ons heen. Laten we Gods liefde weerspiegelen aan elkaar opdat de wereld mag erkennen dat Jezus de Zoon van God is. Laten we met een oprecht hart aandacht voor elkaar hebben, naar elkaar omzien en elkaar liefhebben opdat de verbondenheid van God Vader, Zoon en de heilige Geest een weg mag vinden in onze verbondenheid ondanks de crisis situatie op dit moment!. Moge Gods Geest ons tot die eenheid en liefde begeleiden.

Amen.

 

Verdiepingsvragen:

  1. Hoe beleef je zelf jouw eenheid met God door zijn Zoon en in de Geest? En hoe kun je groeien in dat Goddelijke leven in jezelf?
  2. Zijn onze wortels in Gods liefde verankerd waarbij Zijn liefde in de relaties met onze naaste zichtbaar wordt?
  3. Wat zou u kunnen doen om de eenheid in de gemeente te beschermen en te bevorderen?