1 Johannes 1:1-4 en 5:6-12
Geliefde zusters en broeders van onze Heer Jezus Christus, jongens en meisjes,
1.Op deze zondag van de Drie-eenheid nodigt de apostel Johannes ons uit om een beweging te maken van buiten naar binnen. Dat wij niet aan de zijlijn gaan staan of vanaf een afstand naar hem kijken, maar een beweging durven te maken vanuit Johannes’ verhaal naar uw en mijn leven. Hij nodigt ons uit om te leven in de Drie-enige gemeenschap van God.
Apostel Johannes begint niet gelijk over Zijn eigen ervaring met Jezus maar neemt de eerste woorden van zijn evangelie mee, Joh 1:1-4 en Genesis 1:1-3 als openingsvers. Hij noemt ‘Wat er was vanaf het begin’. Dit is zijn eerste gedachte. Wat er was vanaf het begin was het Woord dat mens is geworden. Zoon in wie God naar ons toe komt: “het Woord dat leven is”, in wie God onze wereld en ons kwetsbare, door de zonde en de gevolgen van de zonde aangetaste, bestaan is binnengekomen.
De tekst uit 1 Joh. 5:6-12, Jezus Christus, de Zoon van God, die gekomen is door het water en het bloed. Dat is: die onze dood is doorgegaan (het water) en die ons het leven geeft (het bloed). Bloed wordt in de oudheid teken van leven zoals bij de geboorte. Zo is God. Geen afstandelijke verre God maar een God die liefde in zichzelf heeft en toen Hij tot ons kwam, kwam Hij in Jezus Christus ons doodsbestaan binnen om ons het leven te schenken.
Terug naar hoofdstuk 1, alle nadruk valt op de werkelijke historische verschijning van Jezus: de mensenzoon, die tegelijk de eeuwige God is. Het gaat hier dus niet om Johannes maar om Jezus Christus die Leven is en Leven geeft. Wij denken hier aan de woorden van Jezus zelf in Joh 11:25: Ik ben de opstanding en het leven en Joh.14:6. Ik ben de weg, de waarheid en het leven. In Hem is er leven en buiten Hem is er geen leven.
En dan maakt Johannes de eerste beweging. Hij neemt ons mee terug naar de tijd dat hij en andere apostelen drie intensieve jaren als leerling zijn opgetrokken met Jezus. Hij vertelt ons over wat hij heeft gehoord, gezien, aanschouwd en aangeraakt.
Deze woorden herhaalt hij in de eerste drie verzen omdat het belangrijke gedachten voor hem geeft. Wij kunnen denken aan wat Johannes vertelt heeft over de ontmoetingen van de leerlingen met Jezus nadat Hij uit de dood is opgestaan: Wat ze meegemaakt hebben geeft Jezus in levenden lijve.
Als het gaat om Jezus aanraken, hebben ze op de dag van de opstanding: “na deze woorden toonde Hij hun zijn handen en zijn zijde” (Joh.20:20). En een week later tegen Tomas: “leg je vingers hier en kijk naar mijn handen en leg je hand in mijn zij (Joh. 20:27).
Ik vind persoonlijk bijzonder omdat twee woorden, zien en aanschouwen worden verteld. Misschien denkt u dat het dezelfde betekenis is maar het er staat niet voor niets in deze tekst. Aanschouwen is veel intensiever, met volle aandacht kijken.
Johannes gebruikt hierbij alle zintuigen om aan te geven hoe intens hun relatie was met Jezus de Levende.
En zij keken en zij zagen en zij mochten hun Heer aanraken – en wij kijken en voelen met hen mee. Nog een keer in die brief: “Wat wij gezien en gehoord hebben, verkondigen we ook aan u, ……….opdat….. ook u met ons verbonden bent”.
We waren aan het begin buiten het verhaal en nu worden wij uitgenodigd in het verhaal te stappen. Dat wij ook verbonden zijn met Johannes en anderen.
Dit is de tweede beweging die Johannes maakte en hij trekt ons mee waar er in het woord ‘opdat’ zit.…..je voelt je al lezend en meekijkend en meevoelend steeds meer één met die ooggetuigen van lang geleden, en wat zij hebben opgeschreven gaat steeds meer voor je leven – je Heer gaat voor je leven.
Hier ligt het doel dat je verbonden bent met De Zoon, Jezus Christus, Het Woord, De Levende. Als je je verbonden voelt met Jezus Christus krijg je meer een levend contact met Jezus en met God de Vader. Dan is er iets in beweging gezet. Voel je je verbonden met Jezus Christus?
Ik lees en hoor in zijn woorden vooral het doel van zijn getuigenis, als uitnodiging, kom tot Jezus Christus, leef in verbondenheid met Hem. Hij geeft je leven. Buiten Hem is er geen leven. Het ander doel zei Johannes is om de vreugde in verbondenheid volkomen te maken.
Als we door Christus verbonden zijn met God, de verbinding met Hem onderhouden, legt dat ook de verbinding met al die anderen dichtbij en ver weg die net als wij met God verbonden zijn en daarom ook bij elkaar horen.
Het woord ‘gemeenschap/verbondenheid’ komt heel vaak voor in brieven- en evangelie van Johannes. 'Gemeenschap' betekent een intieme geloofsband met de Vader en Zijn Zoon Jezus Christus. Hij onthulde deze relatie in Johannes 15, die handelt over de wijnstok en zijn takken, die vrucht dragen door gemeenschap met de Vader en zijn Zoon Jezus Christus.
Zusters en broeders,
Opvallend is dat we hier niet lezen over de Geest. Dit is kenmerkend voor de eerste brief van Johannes. Deze staat vol met eigenschappen die wij aan de Heilige Geest toeschrijven: gemeenschap, liefde, verlichting, echter de Geest zelf wordt zelden expliciet gemaakt. Zo wijst de Geest niet naar zichzelf, Hij blijft op de achtergrond, maar verheerlijkt de Zoon en de Vader. We kunnen zelfs zeggen, de Heilige Geest is de gemeenschap. De gemeenschap van de Heilige Geest is de trinitarische gemeenschap waarin de gelovigen mogen deelnemen, als kinderen van God.
Zusters en broeders,
Lary Crab zei in zijn boek ‘verbondenheid’ dat: ‘Wat onze moderne beschaving het meest nodig heeft, is de ontwikkeling van gemeenschappen – ware gemeenschappen waar het hart van God is, waar de nederigen en de wijzen anderen voorgaan, waar tobbers vol vertrouwen de arm van sterkeren kunnen nemen en zo samen verder hun weg zoeken. Er zijn voor de ander, hem accepteren, omhelzen, laten merken: dat hij waardevol is. Dat is ware zielzorg en dat is verbondenheid.
Zusters en broeders,
En nu gaan we dit punt wat dichterbij onszelf brengen: hoe werkt dat dan, hoe ervaart u, hoe ervaar ik dat in ons leven?
Soms blijft het geloof na de dienst op een afstand en alleen aan de buitenkant. Wat in de Bijbel staat is bekend maar raakt niet echt je hart en verandert niet je leven; je hebt van alles in je hoofd, maar wat is het nou echt en wat voel je erbij; ervaar je dat God echt jouw God en Vader is of blijft God om eerlijk te zijn toch vreemd en ver, en is geloven vooral dat je je houdt aan regels? En vind je het misschien moeilijk en spannend om open te praten over je eigen persoonlijke geloof?
De beweging van buiten naar binnen:
En nu gaan we deze vraag wat dichterbij onszelf brengen: hoe werkt dat dan, hoe ervaar ik dat als senioren, jonge moeder of vader, student, tieners, kinderen?
Johannes zegt: verbonden zijn met ons is verbonden zijn met God en Christus. Je kunt ook zeggen: door geloof krijg je band aan Christus die je met God verbindt.
Nog wat concreter op de weg naar binnen je hart.
Wat heb jij gehoord, gezien, aangeraakt in je verbondenheid met Christus?
Wij zijn verbonden en hebben gemeenschap met God door onze doop. Daar begint het mee. Dat de Drie-enige God tot drie maal toe zijn zegen aan ons geeft.
In alles laten wij bidden. Bidden is niet alleen maar spreken tot God, maar komen in de tegenwoordigheid van God. Als we bidden tot God doen we dat in de Naam van Jezus, Zijn Zoon, en zoals Paulus zegt, door de Geest die in ons bidt. Zo voelen we ons omringt door de Drie-enige terwijl we bidden. Hij is voor ons, naast ons en in ons.
En laten wij leren bidden in de naam van de Vader, de Zoon en de heilige Geest.
Amen.
Verdiepingsvragen:
- Wat zijn jouw eerste gedachten bij de Drie-eenheid? Hoe zie jij God vooral?
- Wat hebt u, heb jij gehoord, gezien, aangeraakt in je verbondenheid met Christus?
- Welke rol speelt de (zondagse) online verkondiging in je eigen leven? Hoe werk je eraan dat die Christusverkondiging steeds meer landt en gestalte krijgt in je leven?
- Herken je Gods uitnodiging om in zijn liefde binnen te gaan? Wat weerhoud je om dat te doen?
- Hoe kun je meer verbinding maken met andere gemeenteleden in de coronatijd?