De schriftlezing (NBV): Joël 2:25 t/m 3:5, Handelingen 2:14-18.

Afgelopen maandag hoorden we in het nieuws over de sprinkhanenplaag in de Noord-Indiase miljoenenstad Jaipur. Een verschrikkelijke ramp die enkele maanden geleden ook Oost-Afrika heeft geteisterd. Woestijnsprinkhanen kunnen zwermen vormen van honderden miljoenen per vierkante kilometer. Ze kunnen zich per dag zo’n 150 kilometer verplaatsen en verwoesten daarbij alle gewassen die ze tegenkomen. Zo'n collectief kan dagelijks evenveel voedsel eten als 35.000 mensen, schrijft de VN. Te midden van de corona pandemie moeten we daarom ook de andere noden van deze wereld niet vergeten.

Zo’n verschrikkelijke ramp, de sprinkhanenplaag heeft het volk Juda, het tweestammenrijk ook meegemaakt in het boek Joël. De gevolgen van de sprinkhanenplaag zijn catastrofaal voor land, dieren en mensen. Hongersnood heerstte. Profeet Joël waarschuwde het volk dat deze ramp zou plaatsvinden omdat het volk God heeft verlaten. Dit was Gods oordeel. (Het betekent echter niet dat wij kunnen concluderen dat iedere ramp Gods oordeel is). Maar God is een barmhartig God, vol van ontferming en genade, vol van liefde en vergeving. Joël bracht de boodschap van hoop! ‘Als jullie je omkeren naar God, dan keert Hij Zich om naar jullie.’ God beloofde herstel aan Zijn volk.

In vers 21-23: ‘Wees niet bang meer, akkers, barst uit in gejubel, want de HEER doet grote daden! Wees niet bang meer, dieren van het veld,

want een kleed van groen bedekt de woestijn, de bomen dragen volop vrucht, vijgenboom en wijnstok geven hun rijkdom. En jullie, kinderen van Sion, wees blij en barst uit in gejubel om de HEER, jullie God, want Hij geeft regen om je te verkwikken ….’ Eindelijk géén sprinkhanen meer. Eindelijk een goede oogst! Eindelijk voedsel, eindelijk leven en toekomst. En meer dan welke verzekeringsmaatschappij ook zegt God: ‘Ik zal jullie schadeloosstellen voor de oogst van jaren die door al die zwermen sprinkhanen is opgevreten…’ 

Wat een grote vreugde als er herstel is na een ramp of plaag. God is bij machte om elke situatie dan ook ten goede te keren. Maar het herstel dat God belooft is niet alleen fysiek herstel: herstel van de oogsten, de wijn, het graan (materiële voorspoed). Nee. God belooft ook een geestelijk herstel: herstel van de relatie tussen God en de mensen, herstel in de harten van de mensen. God belooft een totaal herstel.

Joël profeteerde hier over de Messiaanse tijd. Vers 27: ‘Dan zullen jullie inzien dat Ik in Israëls midden ben…’ Dit is een profetie die vervuld is in de komst van onze Heer Jezus Christus, want Zijn naam is Immanuël, God met ons. Door de komst van Jezus, de Messias, is er verzoening tussen God en mensen. Door het sterven en de opstanding van Jezus komt het weer goed tussen God en mensen.

Joël bracht verder de woorden van Gods belofte. ‘Daarna zal zich dit voltrekken: Ik zal mijn Geest uitgieten over al wat leeft…’ (3:1).

In het Oude Testament lezen we ook over de Heilige Geest. Maar de Heilige Geest is heel beperkt gegeven in het Oude Testament. Alleen aan enkele geselecteerde personen, vooral koningen en profeten. De Heilige Geest blijft meestal ook alleen voor een tijd bij die personen.

Het verlangen dat God Zijn Geest geeft aan iedereen van Zijn volk, vinden we ook in Numeri 11:29, toen Mozes de volgende woorden zei: ‘…Och, waren allen van het volk van de HEER maar profeten, dat de HEER Zijn Geest over hen gaf!

In onze tweede lezing uit Handelingen, heeft God de profetie uit het boek Joël vervuld tijdens het Pinksterfeest in Jeruzalem. De Heilige Geest verscheen in vuurtongen en daalde neer op iedere volgeling van Jezus. Niet alleen de twaalf discipelen, maar alle 120 volgelingen (Zie Handelingen 1:15) werden allemaal vervuld met de Heilige Geest. Zonder onderscheid van geslacht, leeftijd, sociale klasse.

De vuurtongen van de Geest zorgden dat de volgelingen van Jezus spraken in allerlei voor hen nieuwe talen. En de menigte die daar was, begreep de boodschap in hun eigen taal. De menigte die afkomstig was uit allerlei volken en achtergronden begreep de getuigenis van de volgelingen van Jezus over Gods grote daden. Een groot wonder vond plaats op de Pinksterdag: het talenwonder, de taal van de Geest die de mensen verbindt.

Mensen reageren anders. Niet iedereen herkent en erkent het werk van Gods Geest. Er zijn mensen die dat zelfs belachelijk maken, zoals in Handelingen. ‘Ze zijn vast dronken…’. Wordt in zo’n situatie niet afgeleid door emotie of irritatie, door schaamte of angst, maar blijft dan gefocust op Jezus en laat u leiden door Gods Geest. Petrus, vol van Gods Geest voerde daarna het woord. Met vrijmoedigheid zei hij: ‘Beste mensen, inwoners van Jeruzalem, wij zijn niet dronken … Nee, u bent getuige van iets heel bijzonders: vandaag wordt er een profetie vervuld! Wat de profeet Joël heeft gezegd, eeuwen geleden, dat wordt nú realiteit!... ’ En Petrus ging verder met de prediking. De vrucht daarvan was zo overweldigend. Op die Pinksterdag zijn drie duizend mensen tot geloof gekomen in Christus. Dat gebeurt als volgelingen van Jezus vol zijn van Gods Geest.

In het Oude Testament hield God als het ware Zijn adem in… Maar als Jezus gekomen is, als Jezus alles volbracht heeft en de weg van herstel naar God ligt open, dan ademt God, als het ware, uit! En Hij blaast Zijn Geest uit! Als wij de naam van Jezus aanroepen, Hem aannemen als Heer en Verlosser, als wij ons bekeren van onze zonden, als wij ons leven volledig overgeven aan Jezus, dan daalt de Heilige Geest in ons. De Heilige Geest wil ons vervullen, de Heilige Geest wil doorstromen in ons leven. Niet voor onszelf, maar voor het werk van God. Wij kunnen dit vergelijken met een tuinslang. Als het warm en droog is, dan pakt men weer de tuinslang. Die tuinslang hebben we nodig om de tuin te sproeien met water. Maar soms werkt een tuinslang niet. Waarom? Omdat er een knik zit.

Zolang de knik er nog zit, dan kan het water niet goed doorstromen. Wat is de knik in uw, in jouw, in mijn leven? Wat belemmert de Heilige Geest die in ons en door ons wil werken? Laten we daarom op deze Pinksterdag vragen of God onze harten wil herstellen, opdat de knik eruit gaat, opdat we vol zijn van Gods Geest! Zoals het lied dat we net hebben gezongen: ‘Heilige Geest van God, vul opnieuw mijn hart …’

Daar in Jeruzalem, op de Pinksterdag is de profetie van Joël vervuld. Petrus haalde die woorden aan: ‘Aan het einde der tijden, zegt God, zal Ik over alle mensen Mijn Geest uitgieten.

Dan zullen jullie zonen en dochters profeteren…’.  

Dat is óngehoord, wat hier staat! Wij vinden dat heel gewoon, omdat wij mannen en vrouwen even belangrijk vinden. Maar in de tijd van Joël, 800 jaar voor Christus, en in de tijd van het Romeinse Rijk, toen Petrus leefde, was dat ábsoluut níét normaal! Dat God u als vrouw op precies dezelfde manier behandelt als al die mannen, dat God jou op dezelfde manier van binnen vol wil maken, helemaal vol met Zichzelf, dat is in die tijd een wereldschokkende boodschap! God verbindt mannen en vrouwen met Zichzelf, en zo ook met elkaar! In Gods ogen bent u kostbaar als méns, wie u ook bent: man of vrouw, oud of jong.

Want dat is het volgende: ‘Oude mensen zullen dromen dromen, en jongeren zullen visioenen zien’. God doet niet aan leeftijdsdiscriminatie. Hij verbindt ouderen en jongeren. Voor God ben je volop in tel, ook al ben je jóng, ook al bent u oud.

Als jongere kun je soms het gevoel hebben dat je niet serieus wordt genomen, dat mensen vinden dat je onervaren bent. Maar in de Bijbel werkt God ook door kinderen, bijvoorbeeld profeet Samuël werd al als kind geroepen door God. Wij kennen ook Timoteüs als een jonge evangelist in dienst van de Heer.

En als oudere kunt u soms ook het gevoel krijgen dat u niet meer meetelt. U bent niet meer zo snel en u kunt niet overal meer meedoen met sociaalmedia of de nieuwste ontwikkelingen. Maar voor God bent u kostbaar! Hij geeft Zijn Geest vólop aan jongeren én aan ouderen, aan ouderen én aan jongeren! En ook zo verbindt Hij ons als verschillende mensen aan Zichzelf en op die manier ook aan elkaar. 

Jongeren en ouderen zijn even belangrijk. Wat ouderen betreft, om de ouderen in zonnetje te zetten, werd er afgelopen vrijdag in Indonesië de Nationale Ouderendag gevierd. Internationaal wordt dat jaarlijks gevierd op 1 oktober. Wat jongeren betreft, moet ik denken aan de beroemde uitspraak van Soekarno, de eerste Indonesische president: ‘Geef mij 10 jongeren en ik zal de wereld schudden…’. Wat een krachtige uitspraak. Het is inderdaad waar. Zeker voor Indonesië toentertijd in de begin periode van de onafhankelijkheid, een periode van bouwen en ontwikkelen. Jongeren zijn inderdaad van vitaal belang voor het voortbestaan en de ontwikkeling van een land.

Dat de jongeren genoemd worden in onze beide lezingen, wil zeggen dat het werk van de Geest doorgaat naar de volgende generatie. Er is voortgang, continuïteit. Dit is van groot belang voor de kerken; zeker ook de migrantenkerken zoals de GKIN. Wij zijn God zeer dankbaar dat de GKIN dit jaar 35 jaar mag bestaan. Een belangrijke sleutel voor de voortgang en voortbestaan van de migrantenkerken in het algemeen en GKIN in het bijzonder is: dat jong en oud vol zijn van Gods Geest en zich samen inzetten voor het werk van God.

Afgelopen donderdag heeft het Ministerium van de GKIN hier ook bij stilgestaan in onze online vergadering. Een mooi voorbeeld zien we in regio Tilburg, waar jongeren en ouderen samen op weg gaan en samen werken. Jongeren en ouderen zien elkaar niet als concurrent. Nee. Jongeren en ouderen hebben integendeel begrip voor elkaar en geven ruimte aan elkaar. Het gaat nog verder. Ze betrekken elkaar en vertrouwen elkaar. Het is zeker niet gemakkelijk en niet vanzelfsprekend. Vaak gebeurt juist het tegenovergestelde. Men zegt: jongeren en ouderen hebben hun eigen leefwereld. Er is een generatiekloof. Er is inderdaad geen kant en klaar recept hiervoor. Graag wil ik vandaag een bezinningsvraag aanreiken, zodat wij samen als gemeente hierdoor kunnen worstelen en toepassen: Wat is mijn bijdrage dat jongeren en ouderen hun eigen plaats vinden in de gemeente en zich samen kunnen inzetten voor het werk van God?  

De profetie van Joël en de vervulling daarvan op de Pinksterdag herinnert ons dat Gods Geest de grenzen doorbreekt die door de mensen zijn gemaakt. Jong en oud zijn bekrachtigd en geleid door De Éne Geest. En Die Éne Geest maakt ons één!

 

Op deze Pinksterdag, worden we samen door God uitgezonden naar deze wereld. Door de leiding en vervulling van de Heilige Geest mogen we profeteren: spreken namens God, Gods goede boodschap overbrengen. Samen mogen we getuigen van Jezus Christus, Redder van deze wereld. Samen brengen we hoop in deze crisistijd. Samen ingeschakeld worden voor het werk van Zijn kerk. Samen! Pinksteren: jong en oud vol van Gods Geest. Gezegend Pinksteren!

Amen.