Schriftlezing: Johannes 15:12-15

Broeders en zusters die de Heer Jezus liefheeft,
Er was een verhaal over een hechte vriendschap tussen twee mannen, Damon en Pitias. Deze twee waren sinds hun kindertijd reeds beste vrienden. Samen deelden ze veel lief en leed waardoor ze, nog meer dan als tussen broers, elkaar volledig vertrouwden. Ze waardeerden hun vriendschap ten zeerste en waren er erg dankbaar voor.

Op een keer werd hun vriendschap getest. In die tijd woedde er een oorlog in hun land, waardoor ze genoodzaakt waren om ver van elkaar te wonen, ieder in een deel van het nu verscheurde land. Beiden probeerden ze te weten te komen over hoe het de ander verging. Uiteindelijk slaagden hun inspanningen en kregen ze contact met elkaar.
Pitias besloot om zijn vriend op te zoeken die ver weg in het andere land woonde. Maar helaas voor Pitias, zodra hij in het land aankwam werd hij gearresteerd op verdenking van spionage en hij werd ter dood veroordeeld.
Toen Damon hoorde dat Pitias gevangen werd genomen ging hij zijn vriend meteen opzoeken. Damon probeerde Pitias te bevrijden maar tevergeefs. De koning van het land zei tegen Damon, "Uw vriend kwam uit het land van de vijand die samenspant om me omver te werpen. Hij moet ter dood worden gebracht.”.
Wanneer de dag des oordeels nabij was werd Pitias gevraagd door de koning of hij een laatste verzoek zou hebben. Pitias antwoordde: "Ja, laat me naar huis gaan om afscheid te nemen van mijn vrouw en mijn kinderen." “Denk je dat ik een dwaze koning ben?”, lachte de koning honend, " Als ik je het land laat verlaten zal je zeker niet meer terug komen.”
"Nee Sire, ik beloof om terug te komen.", antwoordde Pitias. "Hoe kan ik erop vertrouwen dat je weer terugkomt?" Plotseling zei Damon, "Ik zal borg staan voor Pitias." "Hou me vast, totdat hij terugkeert."
De koning keek die twee vrienden aandachtig aan en stemde uiteindelijk in, "Oké, als je bereid bent om in de plaats van je vriend te komen. Maar je moet bereid zijn om zijn straf te accepteren als je vriend zijn belofte niet nakomt. Als hij niet terugkeert dan zal je hem vervangen en krijg je de doodstraf. "
"Sire, hij komt zeker terug", aldus Damon. Pitias werd bevrijd en ging afscheid nemen van zijn familie, terwijl Damon in de gevangenis kwam. De tijd vloog voorbij, maar tot een dag voor de afgesproken dag bleef Pitias nog steeds weg. Echter, Damon was ervan overtuigd dat zijn vriend op tijd terug zou komen.
De koning zei tegen Damon, "Je tijd begint te dringen. Je bent een dwaas dat je in de belofte van je vriend wilde vertrouwen. Denk je echt dat hij terug zou keren om zijn leven dan te verliezen?" “Hij komt zeker op tijd terug", zei Damon. De koning was verbaasd over het steevaste vertrouwen van Damon. "We zullen wel zien wat er zal gebeuren.", zei de koning terwijl hij Damon achterliet.
De laatste dag kwam. Helaas voor Damon, Pitias kwam niet terug. Hij moest sterven in de plaats van Pitias, zijn beste vriend. Toen Damon werd geleid naar de beul zei de koning tegen hem met een cynische glimlach, "Je vriend is een grote leugenaar. En jij bent de meest dwaze persoon in de wereld. Geloof je nog steeds in je vriend?"
" Wat er ook gebeurt, hij is mijn beste vriend", zei Damon, “Zelfs als hij niet terugkomt, en ik weet niet waarom hij het niet doet, zelfs als ik hierdoor mijn leven verlies geloof ik nog steeds in hem."

Broeders en zusters die de Heer Jezus liefheeft,
Wat is jullie reactie na het horen van het verhaal? Zijn jullie het ermee eens dat Damon dwaas heeft gehandeld waardoor hij zijn leven verloor? Laten we dit verhaal gebruiken om onze relatie met God te begrijpen.
In zijn laatste zin zei Damon dat, zelfs als hij niet begreep waarom Pitias niet meer terug kwam, hij in zijn vriend bleef geloven. We moeten ons verdiepen in deze uitspraak zodat we de betekenis ervan goed kunnen begrijpen. De uitspraak van Damon over het niet begrijpen is gericht aan de actie of het daad van Pitias om niet terug te komen. Terwijl de uitspraak dat hij zijn vriend nog steeds geloofde is gericht aan de persoon of het karakter van Pitias.
Hetzelfde kunnen we toepassen op onze relatie met God. Net als Damon over Pitias zei, kunnen we hetzelfde over God zeggen, "Vader, ik begrijp niet waarom deze problemen gebeuren, maar ik blijf op U vertrouwen en op U leunen".

Broeders en zusters,
Wat we vaak niet weten of begrijpen is niet gericht op de persoon van God maar op Zijn daden. Wanneer we in ons leven lijden, onze gebeden nooit beantwoord worden, of we ons onrechtvaardig behandeld voelen door God, dan is onze onwetendheid in Gods handelen meestal door ons wordt geuit: "Waarom, God?", "Waarom ik?”
Velen van ons houden die “waarom” vraag aan God wanneer we een ramp doormaken. We willen weten waarom onze geliefden ernstig ziek zijn, we willen weten waarom onze geliefden plotseling van ons heengaan. We willen weten waarom de rechtvaardigen moeten lijden, terwijl de schuldigen ongestraft blijven. Of waarom moeten we het zelf meemaken?
Ook wijlen dominee Billy Graham ontsnapt niet aan deze “waarom” vraag. In een interview zei hij eens, "Waarom is er zonde? Waarom is er lijden? Waarom is de duivel er? Deze zijn de vragen die ik aan de Heer wil stellen als ik eerdaags naar de hemel ga.

Broeders en zusters, de vraag "waarom" is een redelijke en menselijke vraag. De vraag wordt gesteld niet alleen omdat we willen kunnen begrijpen, maar omdat wij
als mens de behoefte hebben om de betekenis achter te halen van alles wat wij meemaken. De vraag "waarom" laat zien dat als ons iets overkomt, wij niet in kunnen zien of het iets goeds of zinvols zou zijn voor ons. Laat staan dat we daar God mee kunnen vereren.

We proberen een antwoord te vinden op de vraag "waarom?" Er zijn mensen die gedesillusioneerd zijn en zich van God afwenden, omdat zij nooit een bevredigend antwoord krijgen. Anderzijds zijn er veel mensen die, hoewel ze niet begrijpen waarom ze moeten lijden of in narigheid zitten, in God blijven vertrouwen en op Hem blijven leunen. Wijlen dominee Billy Graham is hier een van.
Wijlen dominee Billy Graham lijdt op een hogere leeftijd aan een vergevorderde fase van de ziekte van Parkinson. Bovendien, op 92 jarig leeftijd, lijdt hij aan hydrocephalus – de waterhoofdziekte. Veel mensen vragen zich af, "Hoe kan God bij Billy Graham, een trouwe dienaar van Hem die Hem op zo’n geweldige manier heeft gediend, dit lijden toestaan?"
Dit is genoeg reden geweest voor Larry King van CNN om hem te interviewen. En dit is Billy Graham’s antwoord geweest op zijn lijden, "Ik geloof in Gods plan. Wat er ook is zal ik het accepteren." Billy Graham hoeft niet te weten wat Gods plan in zijn leven is en waarom hij aan deze ziekte moet lijden. Hij accepteert zijn lijdensweg omdat hij gelooft dat God goed is.

Broeders en zusters,
Het kan nooit kwaad om te vragen: "Waarom, God?" doordat wij beperkt zijn in het begrijpen van God’s daden. Misschien krijgen wij hierop nooit een antwoord. Maar het belangrijkste is of we nog in Hem blijven geloven? Zijn we nog steeds ervan overtuigd dat Jezus de Heer is over ons leven, en dat al wat Hij gedaan heeft, zelfs als we het niet begrijpen en niet volgens onze wensen, maar wat we van Hem ontvangen, het beste voor ons is?

Broeders en zusters,
Laten we teruggaan naar het verhaal van Damon en Pitias. Waarom geloofde Damon nog steeds in Pitias, zelfs toen Pitias niet terugkwam? Het antwoord hiervan is, dat Damon zijn vertrouwen in Pitias niet gebaseerd was op het al dan niet begrijpen in de daden van Pitias, maar op basis van een diepgaande kennis over de Pitias die hij had gekend.
Een vergelijkbare waarheid geldt ook voor onze relatie met God. Ons geloof in God is niet geworteld in het inzicht in wat God in ons leven doet, maar is geworteld in de diepgaande kennis van de persoonlijkheid en het karakter van God. De vraag is, hoe kunnen we zo’n diepgaande kennis van de persoonlijkheid en het karakter van God verkrijgen?
Uit het verhaal over Damon en Pitias vragen wij ons af waar Damon de diepgaande kennis van en goede vertrouwen op zijn goede vriend Pitias heeft gekregen? Deze kennis was afkomstig van het leven dat hij met Pitias in het verleden deelde. Dat betekent dat kennis afkomstig is van een hechte relatie in het verleden.

Ook onze relatie met God moet worden gekenmerkt door een nauwe verbondenheid, zodat we Hem op een intieme en persoonlijke manier leren kennen. Net zoals een beste vriend. Als we aandacht besteden aan de perikoop Johannes 15:12-15, stel je voor dat de Heer Jezus ons wil roepen en behandelen als Zijn vrienden. We zijn er zeker trots op vrienden te worden genoemd door beroemde mensen. Wij zijn vrienden van Jezus. Wat deed Jezus als vriend? Hij houdt van ons en is bereid Zichzelf te vernederen en Zijn leven te geven om ons allemaal te verlossen en te redden.
Als we onze God diepgaander en intiemer willen leren kennen, dan moeten we ons openstellen en een hechte vriendschap met God aanknopen. Als ware vrienden van Hem moeten we doen wat Hij ons gebiedt, omdat Hij ons kent en weet wat het beste voor ons is.

Ten tweede, voor Damon was datgene wat hij tot dusver wist over Pitias genoeg om volledige vertrouwen in de toekomst te hebben. Let hier op: de kennis van Damon over Pitias kwam uit het verleden, maar Damon gaf zichzelf op als een waarborg voor de vrijheid van Pitias omdat hij erin geloofde dat Pitias terug zou gaan. Het is een geloof in de toekomst.
Wat uit het verleden evident was over Pitias had kennelijk het vertrouwen van Damon op Pitias gegeven op zaken die onzeker en niet zichtbaar zijn in de toekomst. Helaas toonden de feiten aan dat Pitias nooit meer terug was gegaan. Maar was het vertrouwen van Damon op Pitias veranderd omdat Pitias niet meer terugkwam? Blijkbaar niet. Damon bleef steevast in Pitias vertrouwen, hoewel Pitias niet terugkwam.
Waarom was het vertrouwen van Damon niet veranderd? Omdat er nog geen informatie was over waarom Pitias niet meer terug was gekomen. Het zou kunnen dat op weg naar huis hij ziek was geworden en daar aan overleed. Een andere mogelijkheid zou zijn dat hij een ongeluk kreeg en stierf toen hij naar Damon probeerde terug te gaan.

Broeders en zusters die de Heer Jezus liefheeft,
Hetzelfde principe geldt ook voor onze relatie met God. De genade van God die wij in het verleden hebben ervaren is de basis voor ons geloof in de geloofwaardigheid van God in de toekomst. Het belangrijkste wat we moeten beseffen is dat geloofwaardigheid van iemand het meest zichtbaar wordt aan de grootte van het offer dat iemand aan ons geeft. Vooral als die persoon bereid is om zijn leven op te offeren voor ons. Zo’n grote liefde staat buiten twijfel.

Broeders en zusters,
Aan God’s geloofwaardigheid hoeven we niet te twijfelen. In de momenten waarop wij in grote moeilijkheden zijn en wij niet kunnen ontsnappen aan de straf van de zonde, heeft God ons zondaars gered door Zijn kostbaarste bezit, Zijn enige Zoon, onze Heer Jezus Christus op te offeren.
God heeft dit gedaan omdat Hij zo veel van ons houdt. In de naam van Zijn liefde, is Hij – via de Heer Jezus - bereid voor ons te lijden en te sterven. God heeft wat staat in vers 13 in praktijk gebracht, "Er is geen grotere liefde dan je leven te geven voor je vrienden. "
Broeders en Zusters, in deze weken, zijn we nog steeds in de lijdentijd. We worden weer herinnerd aan de liefde en opoffering die God ons heeft gegeven. Jezus stierf aan het kruis om onze zonden af te kopen en opstaan om ons te redden. Laat de ervaring van de kracht van de opstanding van Christus die we hebben ontvangen en ervaren de basis zijn om in God te blijven geloven, ook al zullen we nog steeds gebeurtenissen meemaken die we niet altijd begrijpen. Omdat Hij, de eeuwige en onveranderlijke God, was, is en voor altijd

God zegene ons allemaal. Amen.