Schriftlezing: 1 Samuel 1:1-18

Geliefde broeders en zusters in de Heer Jezus,
Deze keer willen we leren van een vrouwelijke Bijbelfiguur genaamd Hanna. Is er iemand genaamd Hanna die deze dienst bijwoont? Edith Deen noemt Hanna in haar boek All of the women of the Bible, De biddende moeder. Edith Deen zei dat Hanna door haar het "ideaal van het moederschap" belichaamde. Dus moeders die ideale moeders willen zijn, leer van Hanna! Maar eigenlijk kunnen niet alleen moeders, maar ook vaders, wij allemaal als christenen, veel van Hanna kunnen leren, om mensen te zijn die vurig verlangen naar bidden en ijverig bidden.

In het Oude Testament zijn er 4 belangrijke vrouwelijke personages die worstelen omdat ze niet gezegend zijn met kinderen. Laten we hun reactie bekijken. Het eerste personage, Sarah.

Sarah

Ook al was haar eigenlijk door God beloofd dat ze gezegend zou worden met een kind, we weten dat Sarah om Gods belofte lachte, ze was al oud, hoe kon ze volgens de menselijke logica zwanger worden. Het tweede personage, Rebecca

Rebecca

Rebecca wekte de indruk onverschillig te zijn, onverschillig voor haar toestand van niet in staat zijn om zwanger te worden.

Ondertussen was ons derde personage, Rachel

Rachel

boos en protesteerde. Zij mokte vanwege wat zij meegemaakt had. "Geef me een kind, anders ga ik dood", zei Rachel tegen haar man Jacob (Gen. 30:1). Nou, het 4e vrouwelijke personage, Hanna genaamd, was een beetje anders. Ook al verlangde zij ernaar moeder te worden, klaagde zij niet en werd niet boos. Wat deed zij? Zij bracht onophoudelijk haar verlangen in gebed.

Hanna

Geliefde broeders en zusters in de Heer Jezus,
Wat kunnen we leren of navolgen van het personage Hanna? Hanna bleef bidden als andere mensen niet meer konden bidden. Er zijn mensen die zeggen dat lijden een wondermiddel is voor mensen om dichter bij God te komen. Lijden kan mensen aanmoedigen om ijveriger te bidden. Henry Beecher zei ooit: "God wast onze ogen met tranen (wat betekent: maakt ons aan het huilen) met als doel dat we een onzichtbaar land kunnen zien, namelijk een land waar tranen niet langer zullen zijn."

Maar mensen zijn over het algemeen van mening dat ze het kunnen. Dat wil zeggen, wanneer mensen zich sterk voelen en in staat zijn om lijden of de problemen van het leven met hun eigen kracht het hoofd te bieden, dan hebben ze God niet nodig. Zij voelen niet de behoefte om tot God te komen en te bidden. Pas wanneer ze echter het lijden of probleem dat ze ervaren niet langer meer aankunnen zien of onder controle kunnen krijgen, worden ze angstig en bezorgd. In deze situaties is er een verlangen om te bidden.

Natuurlijk is het heel goed als mensen in gebed tot God komen. Maar we hebben vaak een verkeerd begrip. We denken dat als we bidden en veel bidden, vooral de predikanten die voor hen bidden, we er zeker van zijn dat het leed en de problemen snel zullen verdwijnen. Het is mogelijk dat onze wens of gebed wordt ingewilligd. Niets is onmogelijk. Maar we moeten beseffen dat het God is die soevereiniteit heeft over de antwoorden op onze gebeden, niet wij. We kunnen God niet manipuleren of onder controle houden.
Dus wat als we hebben gebeden en door veel mensen is gebeden, maar onze gebeden onbeantwoord blijven en we zelfs het gevoel hebben dat ons lijden zwaarder wordt? Over het algemeen is ons enthousiasme om te blijven bidden nog kleiner. Waar bid je nog meer voor? Het wordt niet eens gehoord! Het is hier heel toepasselijk dat Edith Deen Hanna een biddende moeder noemt. Waarom? Omdat de situatie rond Hanna in die tijd geen situatie was die mensen aanmoedigde om tot God te komen en te bidden.

Het leven van het volk Israël was in die tijd werd steeds minder religieus geworden. Hun moraal werd slechter en wat ze zochten, waren materiële bezittingen en plezier. Misschien herinneren we ons nog het verhaal over de misdaden van Eli's zonen Chofni en Pinechas? Ze dienden als priesters in de tempel en hielpen de mensen om brandoffers aan God te brengen. Maar ze pikten eerst het mooiste stuk offervlees voor zichzelf, en offerden de restjes aan God. Als zelfs de kinderen van de priester al zo slecht waren, laat staan de maatschappij in het algemeen. Ze gaven niets meer om bidden.

Er is een vriend van mijn vrouw die naar een psychiater in Nederland ging. De psychiater vroeg: "Wat heb je gedaan om met je jeugdtrauma om te gaan?" De vriend van mijn vrouw antwoordde: "Ik bid." De psychiater antwoordde: "Ja, je mag bidden, ook al denk ik dat het nutteloos is." Dit was ook de toestand van de Israëlieten in die tijd. Mensen die veel baden werden zelfs belachelijk gemaakt en vreemd gevonden. Daarom staat er in vers 13 dat toen Hanna bad, zelfs de priester Eli het vreemd vond en dacht dat Hanna dronken was.

De sfeer in Hanna's huishouden in die tijd moedigde mensen ook niet aan om te bidden. Hanna was inderdaad de favoriete vrouw van haar man, Elkana. Maar ook al werd er meer van haar gehouden, werd ze “de tweede”, en deed het nog steeds pijn. Bovendien, omdat haar man meer van haar hield, werd zijn bijvrouw, Peninna, jaloers en probeerde ze Hanna pijn te blijven doen. En toevallig was daar een krachtig wapen voor: Hanna had geen kinderen, terwijl Peninna dat wel had.

In het verhaal dat we eerder lazen, in vers 17, staat een korte zin die als volgt luidt: “Zo gebeurde het van jaar tot jaar…” Van jaar tot jaar lijden. Niet een of twee keer of een of twee dagen, maar van jaar tot jaar werd ze beledigd.” Wat als we in Hanna's positie waren? Er zijn minimaal twee mogelijkheden:

Ten eerste, kom eerst direct in actie! Waarom jaar na jaar wachten? Hoe lang wil je nog? Het is beter om snel te handelen! Vraag een scheiding aan! Of vergif in Peninna's koffie doen, zoals we in Koreaanse films zien. Of als Peninna niet sterft, laat me dan zelfmoord plegen. Hoe dan ook, handelen! Het belangrijkste is om niet "van jaar tot jaar" te wachten. Is dat niet juist? Dus, als we ons in de positie bevinden van Hanna die vaak belachelijk werd gemaakt door Peninna, haar schat, onze harten zijn gevuld met woede en wraak, hoe kunnen we dan ooit bidden?

De tweede mogelijkheid is niets doen omdat je niet weet wat je moet doen. Je hopeloos en hulpeloos voelen. We houden gewoon de wrok en pijn in ons hart. Dus als je je in zo'n gemoedstoestand verkeert, is het zeker niet gemakkelijk om te bidden. Kunnen we bidden dat lijden en moeilijkheden zullen verdwijnen?

Maar dit is wat zo geweldig is aan Hanna. Natuurlijk voelde zij zich erg verdrietig. Wie niet? Er staat in vers 7, "zo erg dat ze begon te huilen en haar eten liet staan." Maar Hanna verkeerde niet in een razernij, die alles wat zij ontmoette neervelde, tot hijzelf verslagen werd. Maar ook niet zo wanhopig dat zij down was en niets kon doen. Hanna deed eigenlijk één ding, misschien wel het enige wat ze kon doen, maar één ding dat heel belangrijk en doorslaggevend is voor ons gelovigen. Wat is dat? Vers 10 zegt: "Diepbedroefd bad Hanna tot de HEER. In tranen legde ze een gelofte af."

Zij riep het uit in gebed. Zij stopte niet met bidden, ook al waren er soms andere mensen die gestopt waren en niet wilden bidden. En wat we aan Hanna als voorbeeld moeten nemen, is dat Hanna in haar gebed wel vroeg, maar niet eiste of dreigde. Toegegeven, zij maakte een gelofte, maar probeerde God niet om te kopen. Wat deed zij in haar gebeden? Vers 15 verklaart de inhoud en essentie van Hanna's gebed: "...ik stortte mijn hart uit bij de HEER."

Natuurlijk is het voor ons niet verkeerd om iets te vragen of te vragen in onze gebeden. Het is ook niet verkeerd als we God iets beloven. Maar weet je welk gebed het mooiste is in Gods oren? Dat is wanneer we, zoals een kind, naar zijn vader of moeder komt, komen dan heel ons hart voor Hem uitstorten. Zoals er staat in Psalm 62: 9: “Vertrouw op Hem, mijn volk, te allen tijde, stort uw hart uit bij Hem, God is onze schuilplaats."

Hanna bad als anderen vonden dat ze dat niet hoefde te doen. Is dit niet wat vaak onze zwakte wordt? Als we iets willen: we willen afstuderen, we willen een baan, we willen genezen worden, we willen succesvol zijn, we doen misschien niet onder voor Hanna in volharding in onze gebeden. Maar wat gebeurt er nadat we zijn afgestudeerd, nadat we hersteld zijn, nadat we een baan hebben gevonden of nadat we uit de problemen zijn? Is God nog steeds het doel van ons leven of de belangrijkste in ons leven? Of is Hij slechts een middel om te krijgen wat we willen?

Hanna deed meer dan dat. Haar gebed was verhoord. De gelofte was ook vervuld. Er kan dus worden gezegd dat aan de verplichting was voldaan. Maar in hoofdstuk 2:1 staat: "En Hanna bad..." We zien hier dat het bleek dat Hanna nog steeds aan het bidden was! Maar nu zong Hanna in haar gebed. Hanna prees God. Wat een zang. Veel mensen zeggen dat Maria's zeer beroemde lofzang, "Magnificat", eigenlijk geïnspireerd was door deze lofzang van Hanna.

Geliefde broeders en zusters in de Heer Jezus. Wat kunnen we van deze Hanna leren? In moeilijke en gelukkige tijden, denk altijd aan God. Als we God gedenken, zullen we niet hopeloos worden in het lijden en zullen we niet arrogant zijn van succes. We blijven bescheiden. Waar God naar verlangt, is een hart dat werkelijk prijst. Zoals Hanna!

Iets anders dat we van Hanna moeten leren, is dat Hanna bad en handelde. Zij bad niet alleen. Het is waar dat gebed buitengewoon belangrijk is. Helemaal waar. Thomas Fuller zei: “Gebed moet de sleutel zijn om de ochtend te openen en het slot om de nacht af te sluiten. We moeten blijven bidden, want gebed is de adem van christenen.

Maar dit betekent niet dat christenen alleen maar bidden. Nee! Gebed moet gevolgd worden door actie. Omdat onze acties weerspiegelen waar we voor bidden. Er is een zin die zegt: “Niemand kan goed bidden behalve hij/zij die goed leeft. Dat wil zeggen, niemand kan goed bidden, behalve hij/zij die goed leeft. Daarom wordt onder "ora et labora" verstaan dat er geen scheiding is tussen bidden en werken. Maar ons gebed moet gerealiseerd worden door te werken. En het werk dat we doen is ons gebed. Misschien zijn er mensen, als we hun gebeden horen, wauw... vroom als engelen. Maar als we naar hun daden kijken, zijn ze heel verschillend, zoals hemel en aarde.

Met gebed deed Hanna een belofte aan God. En door haar daden had zij die belofte waargemaakt. Zij deed waarvoor zij bad. Hoewel zij met een zeer bezwaard hart gaf ze het kind waarnaar ze verlangde aan God over. Hanna was iemand die niet alleen durfde te vragen, zij durfde ook te geven. En hier ligt het mysterie van Gods zegen.

Als we veel durven te verliezen voor God of anderen, ontvangen we eigenlijk meer. Als we het beste durven te geven, zullen we nog beter ontvangen. Kijk naar wat Hanna ontving, zegt 1 Samuël 2: 21, “De HEER zag inderdaad naar Hanna om: ze werd opnieuw zwanger en baarde nog vijf kinderen, drie zonen en twee dochters.” Hanna werd dus gezegend met niet 1 kind maar 6 kinderen.

Maar nogmaals, we moeten voorzichtig zijn. Gebed garandeert niet dat we zullen krijgen wat we willen. Gods antwoord op onze gebeden kan ook kracht en wijsheid betekenen om dit leven te leven. Niets kan ons scheiden van Zijn liefde. God geeft ons inderdaad niet altijd wat we willen, maar Hij zal ons zeker het beste geven. Dit is wat we moeten geloven als we bidden. We kunnen om alles vragen in gebed, maar de soevereiniteit is in Gods handen. Als onze gebeden niet worden verhoord, betekent dat niet dat God niet om ons geeft en niet van ons houdt!

Geliefde broeders en zusters in de Heer, waar bidden we nu voor? Hoelang hebben we er al over gebeden. Laten we, in een tijd waarin de omstandigheden ook niet zijn veranderd en andere mensen zijn gestopt met bidden, leren van het personage Hanna: blijf ijverig bidden terwijl je nog steeds werkt en creëert. Bij God is er altijd hoop. God zegene ons allemaal.

Amen.